Ingediend | 2 mei 2012 |
---|---|
Beantwoord | 5 juli 2012 (na 64 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie financiën inkomensbeleid media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z09324.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2958.html |
Ja.
Bij de totstandkoming van het Beloningskader Presentatoren Publieke Omroep (BPPO) is, in overleg met de Tweede Kamer, afgesproken dat er vanaf september 2009 op grond van het BPPO voor maximaal acht presentatoren (vijf voor televisie en drie voor radio) een uitzondering zou mogen worden gemaakt om een beloning te ontvangen boven het maximum normbedrag (181 000 euro) zoals gehanteerd in het BPPO (Kamerstukken II 2009/10, 31 804, nr. 80). Tot nu toe heeft de raad van bestuur van de NPO voor vier presentatoren een verzoek daartoe ingewilligd.
De NPO heeft in september 2010 een overzicht verstrekt van de werking van het BPPO. Daarin werd de verwachting uitgesproken dat het aantal uitzonderingen zou dalen van zeventien (2009) naar elf (2011). In het recente persbericht en de evaluatie van de NPO wordt aangegeven dat het aantal uitzonderingen in 2011 is teruggebracht naar tien. Dat er over 2011 meer dan acht presentatoren boven het maximum normbedrag werden beloond, is te verklaren uit het feit dat er nog lopende overeenkomsten zijn van voor 1 september 2009. Deze zullen worden afgebouwd. Voor 2013 wordt de verwachting uitgesproken dat het aantal uitzonderingen is teruggebracht naar acht (incl. de eerder afgesloten overeenkomsten).
Zie het antwoord op vraag 2. De passage waarnaar wordt verwezen betreft het aantal presentatoren dat overeenkomsten had afgesloten vóór 1 september 2009. Dit verklaart waarom het aantal uitzonderingen over deze jaren boven de acht uit komt. Voor een nadere uiteenzetting verwijs ik naar de heden aan de Kamer toegestuurde evaluatie van de NPO.
Het BPPO bepaalt dit reeds. Volgens opgave van de NPO wordt in alle gevallen bij omroepverenigingen het meerdere uit verenigingsmiddelen betaald. Aan de motie is dus uitvoering gegeven.
Dat is niet nodig, zie het antwoord op vraag 4.
Op 2 mei 2012 zijn door het lid Voordewind schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat tien presentatoren bij de Publieke Omroep een salaris boven de Balkenende-norm ontvangen. Tijdens het wetgevingsoverleg van 2 april jl. (Kamerstukken II, 33 019, nr. 15) heb ik de Kamer toegezegd voor de zomer een overzicht toe te sturen van de aanpassingen in de beloningen van tv-presentatoren als gevolg van wetgeving rond de topinkomens. Tegelijkertijd zal ik daarbij de gestelde schriftelijke vragen beantwoorden.