Ingediend | 27 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 7 juni 2012 (na 41 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z09148.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2719.html |
Ja.
De rechtbank heeft in deze zaak om twee redenen beslist om de voorlopige hechtenis onder voorwaarden te schorsen. Ten eerste omdat er sprake was van een ongebruikelijke lange duur van de voorlopige hechtenis en ten tweede omdat er nog geen zicht was op een concrete datum voor de aanvang van de inhoudelijke behandeling van de zaak.
In verband met de rechterlijke onafhankelijkheid past mij terughoudendheid bij het geven van een oordeel over een dergelijke beslissing in een individuele strafzaak. Dit geldt in het bijzonder nu de zaak nog onder de rechter is en daarover nog niet tot in hoogste instantie is beslist.
Zie antwoord vraag 3.
Gezien het feit dat de verdachten inmiddels in vrijheid zijn gesteld, is deze vraag niet meer aan de orde.
Er wordt door gerechten geëxperimenteerd met avondopenstelling. Onlangs heeft een dergelijke proef bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch plaatsgevonden. Een dergelijke openstelling heeft de nodige gevolgen, bijvoorbeeld voor advocaten, en er dient dan ook voldoende draagvlak te zijn bij alle betrokkenen. Voor de zaak die hier aan de orde is, die een groot aantal zittingsdagen in beslag zal nemen, zou een ruimere openstelling overigens maar in beperkte mate soelaas kunnen bieden.
Schorsingen van de voorlopige hechtenis komen vaker voor. Bij de afweging tot een dergelijke beslissing spelen onder meer de ernst van de verdenking, het belang van het onderzoek, eventueel vluchtgevaar, de persoonlijke belangen van de verdachte en de duur van de voorlopige hechtenis een rol. Beschikbaarheid van zittingsruimte is eveneens een factor die in de afweging betrokken wordt. Aangezien er meerdere factoren van verschillende aard een rol spelen, kan niet worden vastgesteld in hoe veel gevallen de zittingscapaciteit doorslaggevend is geweest.
De Rechtspraak neemt deel aan diverse programma’s en projecten die onder de gemeenschappelijke noemer Versterking Prestaties Strafrecht keten (mede) gericht zijn op het verkorten van de doorlooptijden in strafprocessen. Voorbeelden hiervan zijn het programma herontwerp keten strafrechtelijke handhaving en het programma ZSM. Kortere doorlooptijden leiden tot een efficiënter gebruik van zittingscapaciteit. Naast deze programma’s werken Rechtspraak en Openbaar Ministerie ook aan betere zittingsplanning.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Coke-advocaat vrij door tijdgebrek» (ingezonden 27 april 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.