Ingediend | 19 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 6 juni 2012 (na 48 dagen) |
Indiener | Sietse Fritsma (PVV) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | integratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z08407.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2743.html |
Zie antwoord 2
De mate van arbeidsparticipatie van pardonners is achtergebleven bij de verwachtingen uitgesproken in 2008. Pardonners blijken net als vluchtelingen en andere migranten van de 1e generatie, moeilijker aan werk te komen dan autochtone Nederlanders.
Het is van belang dat pardonners hun positie weten te verbeteren. Zij zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Een deel van deze groep heeft ondersteuning nodig. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeenten. Ook de werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen. Zo zijn in de zorg en in de techniek in de komende jaren veel mensen nodig.
Een lagere arbeidsparticipatie van de groep pardonners betekent logischerwijs hogere kosten van uitkeringen en andere sociale voorzieningen voor deze groep. Overigens geldt dat het gebruik van de conjunctuurafhankelijke uitkeringsregelingen vanwege de economische crisis over de gehele linie hoger is dan op het moment dat deze raming is opgesteld. Een kostenoverzicht voor de specifieke groep pardonners is echter niet beschikbaar.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brief die ik op 17 april jl. aan uw Kamer heb gestuurd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 018, nr. 58).
Op 19 april jl. heb ik Kamervragen ontvangen van het lid Fritsma (PVV) over de arbeidsparticipatie van gepardonneerden (kenmerk 2012Z08407). Tot mijn spijt moet ik u mededelen dat deze vragen niet binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoord kunnen worden. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.