Ingediend | 8 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 25 april 2012 (na 48 dagen) |
Indiener | Rik Grashoff (GL) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | landbouw planten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z04596.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2322.html |
Ja.
Nee. Het certificaat is uitsluitend verplicht bij professioneel gebruik van glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen. Dat gebeurt meestal door dienstverlenende loonbedrijven, hoveniers en groenvoorzieners. Indien zij administratieve lasten willen vermijden, kunnen zij kiezen voor niet-chemische alternatieven, die een gelijkwaardig resultaat en een vergelijkbare winstmarge opleveren.
Ja.
De uitvoering van uw motie en een eventueel verbod zijn onderdeel van de tweede Nota duurzame gewasbescherming en het bijbehorende Nederlands actieplan duurzame gewasbescherming. Ik streef ernaar beide documenten begin juni 2012 aan de Tweede Kamer voor te leggen. Het is juist om het gehele toekomstig gewasbeschermingsbeleid dan in onderlinge samenhang te bespreken.
Zie antwoord vraag 5.
De Europese «Verordening betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen», bepaalt dat een gewasbeschermingsmiddel tot de markt wordt toegelaten en mag worden gebruikt, mits het aan de daar gestelde voorschriften voldoet. Het Ctgb beoordeelt dat.
De Europese Richtlijn duurzaam gebruik gewasbescherming bepaalt vervolgens dat beperkingen aan dat toegelaten gebruik moeten worden gesteld, teneinde een duurzaam gebruik te realiseren.
Het Ctgb heeft het gewasbeschermingsmiddel toegelaten. Indien vervolgens de beperking uit een verbod voor een bepaalde toepassing bestaat, mag het gewasbeschermingsmiddel niet worden gebruikt.
Een dergelijke beperking tast de toelating niet aan, omdat het gewasbeschermingsmiddel aan de voorschriften uit de Europese verordening blijft voldoen. Omwille van het duurzaam gebruik wordt aan dat toegelaten gewasbeschermingsmiddel een beperking gesteld.
Ik zie geen reden voor dat gesprek.
Hierboven heb ik aangegeven dat het Ctgb een gewasbeschermingsmiddel moet toelaten, indien het aan de gestelde voorschriften voldoet. De Europese Verordening biedt geen mogelijkheden om de toelatingsmogelijkheden voor «glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden» te beperken3.
Op 8 maart 2012 heeft de heer Grashoff vragen gesteld over een verbod op het gebruik van glyfosaathoudende onkruidbestrijdingsmiddelen. Hierbij laat ik u weten dat ik meer tijd nodig heb voor beantwoording van de vragen. Ik zal u zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vrijdag 13 april 2012 mijn antwoorden doen toekomen.