Ingediend | 1 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 28 maart 2012 (na 27 dagen) |
Indiener | Arjan El Fassed (GL) |
Beantwoord door | Knapen (CDA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03812.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1997.html |
Ja.
Voor zover mij bekend zijn de besprekingen tussen Rotterdam en Constanza volop gaande. Het Roemeense ministerie van Transport en de havenautoriteiten van Contanza hebben het Havenbedrijf Rotterdam onlangs gevraagd om een meer gedetailleerd voorstel. Het Havenbedrijf Rotterdam ontkracht de stelling van beide directeuren, zoals u uit het artikel kunt ontlenen.
Het Rotterdamse havengebied is van vitaal belang voor de Nederlandse economie. Het is de grootste haven van Europa en verschaft (direct en indirect) werkgelegenheid voor 145 000 personen. De toegevoegde waarde van de haven is 22,2 miljard euro oftewel 3,7 procent van het Nederlands BBP.3 Het Havenbedrijf Rotterdam en de internationale samenwerkingsverbanden die zij aangaat spelen hierin een belangrijke rol.
De Roemeense regering heeft haar teleurstelling uitgesproken over het Nederlands standpunt. Dat laat onverlet dat beide landen hun bilaterale economische en politieke relaties koesteren. Bij hoogwaardige investeringsprojecten als de ontwikkeling van het havengebied Constanza, kijken de Roemeense autoriteiten naar de diverse internationale partijen die daar onderscheidende expertise in hebben. Het Havenbedrijf Rotterdam is één van deze partijen.
Er is intensief en goed contact tussen beide regeringen en de Roemeense autoriteiten zijn zich er van bewust dat dit meldpunt geen initiatief is van de Nederlandse regering. Er is sprake van goede samenwerking op diverse onderwerpen en regelmatig vinden bilaterale gesprekken plaats over de Nederlandse en Roemeense opvattingen, ook over zaken als Schengen en arbeidsmigratie.
Ik heb geen aanwijzingen dat de samenwerkingsovereenkomst niet zou worden uitgevoerd.
Ik wil niet speculeren over de economische gevolgen daarvan.