Ingediend | 29 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 29 maart 2012 (na 29 dagen) |
Indieners | Pierre Heijnen (PvdA), Mariëtte Hamer (PvdA) |
Beantwoord door | Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Paul de Krom (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03662.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2017.html |
Ja, het bericht «meer banen door social return in Rotterdam» is mij bekend.
Ik herinner me de gerelateerde vragen van 16 februari jl. over het stimuleren van de arbeidspositie van mensen in de WSW en Wajong3. Daarop heb ik uw Kamer op 22 maart 2012 geantwoord.
Vanaf 1 juli 2011 is social return onderdeel van het Rijksinkoopbeleid. Jaarlijks rapporteer ik uw Kamer over de voortgang van social return bij het Rijk via de jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk. Daarnaast wordt het social return beleid bij het Rijk in 2013 geëvalueerd op de effecten alsmede de uitvoeringslasten voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Ik zie geen meerwaarde in nog een monitor door een onafhankelijke instantie naast deze rapportages. Los van de extra kosten die dit met zich meebrengt, wil ik eerst de evaluatie in 2013 afwachten alvorens ik nadere stappen overweeg.
Het kabinetstandpunt social return bij het Rijk is mede geformuleerd aan de hand van de ervaringen van medeoverheden. In de onderzoeken naar de toepasbaarheid van social return bij het Rijk (TNO rapporten: Social Return bij het Rijk, effecten arbeidsmarkt en re-integratiebeleid en inkooptechnische haalbaarheid) is zowel de beleidsopzet als het uitvoeringskader van social return bij medeoverheden mede vergeleken. Ervaringen delen met medeoverheden is altijd nuttig. Dit wordt op dit moment georganiseerd via de overheidsbrede kennisstructuur van PIANOo (expertisecentrum aanbesteden voor overheden). Via dit netwerk wordt toegezien op het overheidsbreed delen van ervaringen en best practices van social return.
Maatwerk is essentieel bij het begeleiden van mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt naar werk. Dat geldt ook bij de toepassing van social return. Social return heeft tot doel om extra werk(ervarings)plekken te creëren voor mensen die nu nog niet aan het werk zijn. Het rijkskader voor social return is: toepassing bij alle «passende» aanbestedingen van werken en diensten boven een drempelbedrag van € 250 000 (minimale loonsom). Deze passendheid en de hoogte van het percentage wordt per aanbesteding beoordeeld op basis van de specifieke marktkenmerken. Dit uitvoeringskader is voor het Rijk verwerkt in een handleiding social return voor aanbestedende diensten en geldt als rijksbreed kader.
De methode van Rotterdam streeft ernaar om opdrachtnemers tot een bepaald gedrag te bewegen en optimaal arbeidsmarktrendement te behalen en heeft daarvoor een eigen bestand aan mensen die voor re-integratie in aanmerking komen. Het Rijk plaatst zelf in het kader van social return geen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals gemeenten en UWV dat doen. De methode van Rotterdam kan daarom niet zomaar gevolgd worden. Wel speelt het uitvoeringskader van het Rijk in op optimaal arbeidsmarktrendement door in samenspraak met de markt de inzet van social return vorm te geven. In de aanbesteding kan daardoor: