Ingediend | 22 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 16 maart 2012 (na 23 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Hans Hillen (minister defensie) (CDA), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie handel internationaal militaire missies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03315.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1871.html |
Ja.
Het Canadese marineschip HMCS Charlottetown stond onder Navo-bevel van eind maart tot medio augustus 2011. Het wapenembargo was van toepassing op alle schepen die naar Libië toe gingen. Zoals in het artikel is gesteld ging het in het onderhavige geval om een transport vanuit Libië naar een ander deel van Libië. De Navo heeft daarom geoordeeld dat het niet ging om een schending van het wapenembargo. De regering deelt deze opvatting en acht het optreden van het Canadese schip niet strijdig met het Nederlandse beleid.
Zoals eerder gesteld in antwoorden op kamervragen (Kamerstuk 32 623, nr. 25), werd de vraag of resolutie 1973 wapenleveranties aan de rebellen toestond door de verschillende landen niet eensluidend beantwoord. Het is mogelijk dat enkele landen op bilaterale basis wel zijn overgegaan tot militaire ondersteuning van opstandelingen. De interpretatie van de verplichtingen die voortvloeien uit de VN-resoluties is een zaak van elke lidstaat afzonderlijk.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.