Kamervraag 2012Z02434

Programmatische onafhankelijkheid

Ingediend 9 februari 2012
Beantwoord 20 maart 2012 (na 40 dagen)
Indiener Elbert Dijkgraaf (SGP)
Beantwoord door Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen cultuur en recreatie media
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z02434.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1901.html
  • Vraag 1
    Erkent u dat programmatische onafhankelijkheid van omroepen in onderwerpen als het eten van mensenvlees niet onbeperkt hoort te zijn, in tegenstelling tot de suggestie in uw antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Haverkamp?1 Deelt u de mening dat bij het eten van elkaars vlees het niet relevant is of partijen toestemming hebben gegeven?

    Zoals ik in mijn antwoord van 3 februari 2012 op schriftelijke Kamervragen van het lid Haverkamp (CDA) heb aangegeven, treed ik niet in de programmatische onafhankelijkheid van de omroep. De omroep is zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de programma’s die hij uitzendt (zie art. 2.88 Mediawet 2008). De programmatische onafhankelijkheid wordt niet voorafgaand beperkt door de wet (artikel 7 Gw). Achteraf kan blijken dat een programma, of wat er in de uitzending is vertoond, in strijd is met de wet (strafwet of Mediawet). Dat was hier niet het geval.
    Op 3 februari heb ik uw Kamer geschreven dat het eten van mensenvlees als zodanig niet strafbaar is. Het verkrijgen van mensenvlees kan dat wel zijn. Daarbij kan juist van belang zijn of er sprake is van toestemming. Het verwijderen van een stukje vlees uit iemands lichaam zonder toestemming van betrokkene kan immers (zware) mishandeling opleveren.

  • Vraag 2
    Bent u bereid de omroep alsnog aan te spreken op haar morele verantwoordelijkheid, zeker gezien het feit dat zij programma’s maakt uit publieke middelen? Gaat u bij aankomende wijzigingen van de Mediawet bepalingen opnemen die minimumeisen stellen aan fatsoen en goede zeden?

    Nee, als minister ga ik niet over de morele keuzes die een omroep maakt. Ik vind wel dat de omroep zich ten volle bewust moet zijn van zijn rol en verantwoordelijkheid in de samenleving. Hij dient hier dan ook zorgvuldig mee om te gaan. De omroep houdt zich hierbij aan een door zichzelf opgestelde mediacode. Ik hecht er waarde aan dat het debat over de wenselijkheid van bepaalde programmatische keuzes in alle openheid wordt gevoerd.
    Programma’s moeten echter vrij van overheidsinvloed kunnen worden vormgegeven. Het is niet aan mij om minimumeisen voor fatsoen en goede zeden vast te stellen. Daarbij is het juist kenmerkend voor het goed functioneren van de publieke omroep in een democratische rechtstaat dat door omroepen op verschillende wijze vorm wordt gegeven aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht.

  • Vraag 3
    Welke criteria gelden met betrekking tot strafrechtelijke vervolging op grond van het verkrijgen en eten van mensenvlees? Bent u indien nodig bereid om voor te stellen de wet zodanig aan te passen dat ook een dergelijke handelwijze als van deze presentatoren in de toekomst strafbaar is?

    Omdat het eten van mensenvlees als zodanig niet strafbaar is, heeft het Openbaar Ministerie geen criteria of richtlijnen voor de strafrechtelijke vervolging daarvan. Zoals vermeld in antwoord op vraag 1 kan het verkrijgen van mensenvlees wel met strafbare feiten gepaard gaan. Afhankelijk van de wijze waarop dit gebeurt kan er bijvoorbeeld sprake zijn van overtreding van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikelen over mishandeling, grafschennis, het wegmaken van een lijk. Daarnaast kan het verkrijgen van mensenvlees in strijd zijn met andere wetgeving zoals de Wet op de orgaandonatie en de Wet op de lijkbezorging. Deze wettelijke bepalingen bieden voldoende mogelijkheden om alle ernstige gevallen van kannibalisme aan te pakken.

  • Mededeling - 13 maart 2012

    Hierbij deel ik u mede dat als gevolg van nog gaande interdepartementale afstemming de beantwoording van de Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) van uw Kamer over de programmatische onafhankelijkheid van de omroepen (ingezonden 9 februari 2012) niet binnen de gestelde termijn kan plaatsvinden. Ik streef ernaar u binnen drie weken de antwoorden op deze vragen te doen laten toekomen. De vragen werden mij toegezonden met kenmerk 2012Z02434.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z02434
Volledige titel: Programmatische onafhankelijkheid
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1901
Volledige titel: Antwoord vragen Dijkgraaf over de programmatische onafhankelijkheid van omroepen