Ingediend | 3 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 16 februari 2012 (na 13 dagen) |
Indiener | Boris van der Ham (D66) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z01959.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1575.html |
Er is in de onderwijswetgeving geen termijn opgenomen voor terugstorting van de borg. De afspraken over (termijnen van) de borg zijn primair een zaak tussen scholen en individuele ouders. In de meeste gevallen komen scholen met ouders overeen dat de borgovereenkomst ophoudt als de leerling van school af gaat.
Wel heeft OCW door de commotie rondom de borg eind 2010 met betrokken partijen een aantal voorwaarden geformuleerd voor een zorgvuldige omgang met de borg en een heldere communicatie naar ouders. Zo is instemming nodig van de oudergeleding in de medezeggenschapsraad voordat een school borg mag vragen en moeten ouders individueel en expliciet de keuze voor borg voorgelegd krijgen. De voorwaarden zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid. Voorts kan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad in de brochure «Uw bijdrage aan de schoolkosten» aandachtspunten vinden die kunnen helpen bij het beoordelen van een voorstel van de school voor borg. Deze brochure is in januari 2009 aan de oudergeledingen van medezeggenschapsraden van VO-scholen gezonden. De Kamer heeft ook een exemplaar ontvangen (Kamerstuk 31 325, nr. 31).
Zie het antwoord op vraag 1.
Uit «de evaluatie 2011 Wet Gratis Schoolboeken» van Regioplan (Kamerstuk 33 088, nr. 1) kwam naar voren dat in 2010 ongeveer drie kwart van de scholen met een extern boekenfonds borg vroegen. Uit de enquête onder besturen bleek dat er bij besturen met interne boekenfondsen minder vaak borg werd gevraagd dan bij besturen met externe boekenfondsen. Als er een borg werd gevraagd, lag de hoogte daarvan meestal op 75 euro per leerling. Dit bedrag kwam zowel uit de informatie van distributeurs naar voren als uit de enquête onder besturen. Lagere en hogere borgbedragen kwamen voor, maar golden voor een kleine groep van alle leerlingen.