Ingediend | 13 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 25 januari 2012 (na 12 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00350.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1283.html |
In het gezamenlijk advies van de IGZ en de NVPC is aangegeven dat het raadzaam is om, ook als er geen scheur aantoonbaar is, PIP-borstimplantaten te laten verwijderen. Daarbij is ook aangegeven dat hierbij in overleg met de arts het risico van de operatie en de eventuele kosten voor nieuwe protheses moet worden afgewogen tegen het risico van het niet verwijderen van de implantaten en dat dan regelmatige controle nodig is.
Gezien de onzekerheden die door de diverse (onjuiste) perspublicaties zijn ontstaan komen de IGZ en de NVPC met een gezamenlijk advies. De NVPC en de IGZ staan dan ook beide achter dit advies. De reden dat het advies is aangepast, is dat de NVPC aangeeft meer klachten te zien. Daarnaast voorkom je met het verwijderen dat vrouwen constant gecontroleerd moeten worden.
Zoals aangegeven in vraag 2 betreft het een gezamenlijk advies. Ook het vorige advies van de IGZ is in nauw overleg met de NVPC tot stand gekomen. Steeds wanneer nieuwe informatie beschikbaar kwam, heeft de IGZ in overleg met de NVPC gekeken of dit reden was om het beleid aan te passen.
Ja. Het advies zoals aangegeven in het persbericht (www.igz.nl) is duidelijk. De kern van het advies luidt:
«De inspectie en de NVPC adviseren vrouwen die een PIP- (of M-Implants) prothese hebben om die te laten controleren op scheuren en lekkages. Aanbevolen wordt om dit te doen via een onderzoek met MRI. Indien er een scheur is, moet de prothese worden verwijderd. Als er geen scheur aantoonbaar is, is het raadzaam, zo stelt de NVPC, om alsnog de protheses te laten verwijderen. Hierbij moet in overleg met de arts het risico van de operatie en eventuele kosten voor nieuwe protheses worden afgewogen tegen het risico van het laten zitten van de implantaten. Indien de protheses niet worden verwijderd is regelmatige controle nodig.»
Hoeveel vrouwen zich tot dusver hebben gemeld is niet bekend. Er is geen centrale registratie waarin de instellingen dit bijhouden. Instellingen zijn hiertoe ook niet verplicht.
Ook bij vrouwen die al gecontroleerd zijn, blijft regelmatige controle nodig. Daarover zijn, nadat de klinieken in 2010 hun patiënten hadden uitgenodigd zich nader te laten onderzoeken, vaak al afspraken gemaakt. Dit houdt in dat als een vrouw opnieuw voor controle komt zij alsnog met haar arts kan overleggen of verwijderen van de implantaten wordt uitgevoerd.
De IGZ heeft een persbericht uit laten gaan en ook de NVPC besteedt aandacht aan het advies. Het advies is geplaatst op de website van de IGZ en de NVPC. Daarnaast hebben veel media en internet-fora aandacht besteed aan het advies en ook het steunpunt voor vrouwen met siliconenimplantaten (SVS) verwijst naar deze berichtgeving.
Vooralsnog is bekend dat in Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijken Portugal soortgelijke vergoedingscriteria worden gehanteerd als in Nederland.
Zo is met name vergoeding van herplaatsing beperkt tot de vrouwen bij wie plaatsing heeft plaatsgevonden op medische indicatie.