Ingediend | 12 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 10 februari 2012 (na 29 dagen) |
Indiener | Arjan El Fassed (GL) |
Beantwoord door | Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA), Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie handel |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00292.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1496.html |
Ja.
Volgens de gebruikersgids bij het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport worden de lidstaten gevraagd om – indien beschikbaar – onder meer de volgende informatie te delen ten behoeve van het EU-jaarverslag over de controle op export van militaire technologie en materieel:
De in de vraag genoemde lidstaten kiezen ervoor om de waarde van de feitelijke uitvoer niet te registreren of, als ze dat wel doen, deze gegevens niet aan Brussel door te geven.
Voor de publicatie van dit rapport is de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) afhankelijk van bijdragen van alle 27 lidstaten van de EU. De door EDEO gestelde deadline is dit jaar door enkele lidstaten overschreden.
In artikel 8 van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport (2008/994/GBVB) wordt geen termijn gesteld waarbinnen de lidstaten aan de rapportageplicht moeten voldoen, noch wordt in artikel 8 voorgeschreven welke informatie gedeeld moet worden.
Uitgaand van de OESO-DAC lijst van landen in ontwikkeling, die voor Nederland leidend is om te bepalen of een aanvraag naar een specifiek land getoetst dient te worden aan criterium 8, gaat een aanzienlijk deel van de Europese wapenexport naar landen in ontwikkeling. In tabel A.I van het dertiende Europese jaarverslag over de controle op export van militaire technologie en materieel (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2011:382:0001:0470:EN:PDF) kan per land van bestemming, dus ook voor elk ontwikkelingsland, worden nagegaan hoeveel vergunningen zijn afgegeven en of er eventueel afwijzingen zijn geweest. In vier gevallen is in 2010 sprake geweest van een afwijzing op grond van criterium 8.
De regering kan niet nagaan of de waarde van de daadwerkelijke export naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika in 2010 groter of kleiner dan 8,3 miljard euro was. Sommige lidstaten hebben slechts gegevens geleverd over de waarde van de afgegeven vergunningen.
Tabel A.I bij het dertiende Europese jaarverslag geeft een overzicht van het aantal vergunningen en aantal afgewezen vergunningen per land van bestemming, met inbegrip van afwijzingsgronden. Een overzicht van de vergunningen voor de regio Midden-Oosten vindt u op pagina 375 – 385. Een overzicht van de vergunningen voor de regio Noord-Afrika vindt u op pagina 385–387. Afwijzingen op grond van criterium 2 en 3 van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport is waar van toepassing per land toegevoegd in Tabel A.I.
De Nederlandse regering streeft naar een zo groot mogelijke transparantie binnen de wereldwijde wapenhandel. Ook binnen de Europese Unie pleit Nederland voor openheid op dit gebied.