Ingediend | 9 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2012 (na 42 dagen) |
Indieners | Pierre Heijnen (PvdA), Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z25755.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1149.html |
Ik heb het bericht gelezen, evenals de kanttekeningen erbij van de heer Gerards, de oud-directeur van de NVTZ. Ook heb ik het bericht op Skipr van diezelfde dag gelezen «Meeste toezichthouders onder norm» van de heer Buiting, de huidige directeur van de NVTZ.
Ik vind, met de heren Gerards en Buiting, dat het bericht een vertekend beeld geeft. Wanneer er blijkbaar 151 toezichthouders een beloning krijgen die boven de NVTZ-norm ligt op de ruim 6000 die in totaliteit in de zorg bezig zijn, dan zit niet een kwart maar ongeveer 2,5% boven de NVTZ-norm.
Ik kan niet verifiëren of de beloning van toezichthouders in een mij onbekende, maar selecte steekproef in twee jaar is verdubbeld. Uit mijn antwoord op vraag 2 blijkt in ieder geval dat in slechts ongeveer 2,5% een «overschrijding» van de NVTZ-norm is geconstateerd.
Uitgaande van de constatering (in antwoord 2) dat 2,5% van de toezichthouders boven de NVTZ-norm zit en dat er geen enkele analyse is over het hoe en waarom, kan van dit bericht nog weinig worden afgeleid.
De consequenties van het aannemen van diverse amendementen bij de uiteindelijke stemming in de Tweede Kamer over de WNT worden dit jaar met de diverse koepels geïnventariseerd en besproken.
Mijn beleid is er nu op gericht dat de beloning van de toezichthouders aan de WNT kan voldoen op het moment dat die wet in werking treedt.
De WNT is er op gericht om de beloning van de topfunctionarissen binnen de normen te brengen en te houden. Daartoe is in artikel 5 WNT geregeld dat eventuele overschrijdingen door de accountant moeten worden gemeld, waarna ik actie kan ondernemen om de overschrijding te corrigeren. Daartoe kan ik, indien nodig gebruik, maken van het opleggen van een last onder dwangsom of een dwangbevel.
Uit mijn bovenstaande antwoorden blijkt dat ik uit ga van het beeld van ongeveer 2,5% van de toezichthouders die, om nog onbekende redenen, boven de NVTZ-norm verdienen. Dit punt zal ik ook aan de orde stellen in het overleg dat ik in het antwoord op vraag 5 heb aangekondigd.