Ingediend | 6 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 december 2011 (na 9 dagen) |
Indiener | Betty de Boer (VVD) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | huisvesting organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z25337.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-940.html |
Ja.
Nee, die deel ik niet. Op dit moment is er nog geen ervaring met de uitvoering van een Leegstandverordening. Ik heb op dit moment geen reden om onduidelijkheden of belemmeringen in de uitvoering te verwachten.
In de Leegstandverordening van Amsterdam is opgenomen dat, waar een melding van leegstand had moeten gebeuren maar niet heeft plaatsgevonden, de gemeente een boete van maximaal € 7500 mag opleggen. In de modelverordening van de VNG is opgenomen dat in de verordening een tabel opgenomen kan worden om per geval de hoogte van de boete te bepalen. Hierbij zal de hoogte van de boete in relatie staan tot de omvang van de leegstand. De gemeente Amsterdam heeft van de mogelijkheid van een dergelijke tabel geen gebruik gemaakt. De gemeente zal derhalve per geval de hoogte moeten motiveren. Al doende wordt zo ervaring met deze werkwijze opgedaan.
Wat betreft de mogelijke verlaging van de huur: uit de memorie van toelichting op het wetsvoorstel, alsmede uit de behandeling er van in het parlement, is te concluderen dat verlaging van de commerciële huur aan de orde is op het moment dat geen commerciële huurder voorhanden is. Als de gemeenten in dat geval een huurder voordraagt uit bijvoorbeeld de amateursport of een andere non-profit organisatie, ligt een huur die deze organisatie kan dragen voor de hand. Het spreekt voor zich dat ook met dit element uit de wet ervaring opgedaan moet worden.