Ingediend | 29 november 2011 |
---|---|
Beantwoord | 28 december 2011 (na 29 dagen) |
Indieners | Esther Ouwehand (PvdD), Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z24525.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1030.html |
Ja.
Ja.
Indien een gewasbeschermingsmiddel aan de gestelde eisen voldoet, mag het op de markt worden gebracht en worden gebruikt. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden besluit over een dergelijke toelating. De eisen zijn vastgelegd in een – rechtstreeks werkende – Europese verordening.
In reactie op de door u genoemde motie heeft het kabinet aangekondigd beperkingen aan toegelaten gewasbeschermingsmiddelen te zullen stellen, die een duurzaam gebruik tot stand zullen brengen (zie 4, TK 32 372, nr. 72). Een Europese richtlijn stelt daarover regels die inmiddels in nationale regelgeving zijn vastgelegd.
Zoals in bovenvermelde brief aan uw Kamer is vermeld, zal de precieze uitwerking van de motie in het Nationale Actieplan gewasbescherming worden opgenomen. Van belang is om een robuuste uitvoering aan de motie te geven om onduidelijkheden te voorkomen. Een goede informatievoorziening voor de gebruiker is daarbij ook van belang.
Nee, indien een gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de gestelde eisen, biedt de Europese verordening niet de bevoegdheid om «niet-commerciële toepassingen» uit te sluiten van de aangevraagde toelating of om een verleende toelating weer in te trekken.
Nee, zie antwoord op vraag 5.
Ja. Het middel Sombrero heeft op 5 november jl. een toelating verkregen.
De nieuwe toelating betreft de behandeling van zaad van suiker- en voederbieten. Overigens is dit middel toegelaten omdat het voldoet aan de gestelde eisen. Het middel is een alternatief voor de bestaande toelating van het middel Gaucho, voor dezelfde toepassing.
De omvang van het gebruik wordt bepaald door de hoeveelheid bietenzaad die behandeld wordt en is niet afhankelijk van het aantal toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen voor het behandelen van zaad.
Dat betekent dat deze nieuwe toelating op zichzelf geen toename van het gebruik van deze middelen hoeft te betekenen.
Deze toelating is verleend, omdat de beoordeling heeft aangetoond dat er geen sprake is van onaanvaardbare risico’s voor mens en dier en er geen onaanvaardbare effecten zijn op het milieu, incl. de effecten op bijen.
De toelating van het middel is verleend voor het gebruik (als zaadcoating) in de teelt van suiker- en voederbieten. In de beoordeling zijn geen onacceptabele risico's voor bestuivers geconstateerd omdat het middel uitsluitend gebruikt wordt voor zaadbehandeling en de betreffende gewassen tijdens de teelt niet bloeien en dus niet bevlogen worden door bijen. Daarnaast zijn in het wettelijk gebruiksvoorschrift restricties opgenomen die beogen de blootstelling voor bijen te veminderen.
Nee, indien een gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de gestelde eisen, biedt de Europese verordening niet een bevoegdheid een toelating of een deel ervan weer in te trekken.