Ingediend | 11 november 2011 |
---|---|
Beantwoord | 28 november 2011 (na 17 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z22776.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-787.html |
Ja.
Er is gekeken naar de classificatie van programma’s over 2010 zoals die door de NPO wordt gehanteerd. Het beeld dat daaruit ontstaat, bevestigt de eerdere constatering van de visitatiecommissie in 2009. De 2.42 omroepen hanteren een ruime interpretatie van het criterium uit de wet over «specifieke programmering op kerkelijk en geestelijk terrein die een verband houdt met de kerkelijke of geestelijke identiteit». De visitatiecommissie stelde vast dat de omroepen in hun programma aanbod niet altijd recht doen aan de specifiek geestelijke doelstelling waarvoor de omroepen in het leven zijn geroepen2.
De genreclassificatie is een indeling naar de hoofdvorm van de programma’s. Niettemin is het beeld dat uit de classificatie van programma’s ontstaat, consistent gelet op de constateringen van de visitatiecommissie uit 2009. Ik verwijs u verder naar mijn antwoord op vraag 2.
Het klopt dat niet geconstateerd is dat de 2.42 omroepen zich niet aan hun taakopdracht houden. Wel is vastgesteld door de visitatiecommissie dat zij deze taakopdracht ruim interpreteren. Met het oog op de noodzakelijke bezuinigingen is het naar mijn oordeel alleszins gerechtvaardigd de 2.42 omroepen nu te vragen zich aan te sluiten bij bestaande omroepverenigingen dan wel de NTR èn zich te beperken tot religieuze en geestelijke programmering. Dit betreft volgens artikel 2.49, tweede lid, van de Mediawet 2008 – «het verzorgen van specifieke programmering op kerkelijk en geestelijk terrein die een verband heeft met de kerkelijke of geestelijke identiteit».
Ik heb in het debat op 27 juni jl vermeld dat in 2010 een kwart van het aanbod van de 2.42 omroepen meer algemeen van aard was. Daarop zijn de bezuinigingen deels gebaseerd. Ik zie geen aanleiding om daar op terug te komen. Het kabinet kiest ervoor een lager budget beschikbaar te stellen voor de 2.42 omroepen. Ik verwijs u verder naar mijn antwoord op vraag 2 en 4.
Het budget van de 2.42 omroepen wordt grotendeels gebruikt voor televisie. Het betrekken van andere mediacontent zou daarom van geringe invloed zijn op mijn afweging. Ik zie om die reden geen aanleiding dit alsnog te doen. Ik verwijs u verder naar mijn antwoord op vraag 2, 4 en 5.
Ja.