Kamervraag 2011Z22724

Het gebruik van Europese technologie bij mensenrechtenschendingen

Ingediend 11 november 2011
Beantwoord 18 januari 2012 (na 68 dagen)
Indieners Alexander Pechtold (D66), Kees Verhoeven (D66)
Beantwoord door
Onderwerpen economie handel ict recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z22724.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1126.html
1. http://www.bloomberg.com/news/2011-11-03/syria-crackdown-gets-italy-firm-s-aid-with-u-s-europe-spy-gear.html;
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op de rol die Europese bedrijven spelen bij het censureren van informatie, het opsporen van mensen, en het inbreken in privé communicatie in landen als Syrië, Iran, Bahrein en Egypte?1

    Zoals ik ook heb aangegeven in de brief2 over mijn inzet op het gebied van internetvrijheid, acht ik het van het groot belang dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen voor de bescherming van mensenrechten in het buitenland. Voor de bevordering van internetvrijheid geldt dat in het bijzonder voor bedrijven die technologie, hardware en software produceren die zowel goed- als kwaadschiks kan worden gebruikt door overheden.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat het uitgesloten is dat Nederlandse bedrijven in de ICT, security software en Telecom-sector een rol spelen in het faciliteren van mensenrechtenschendingen in derde landen?

    Nee. De meeste goederen die naast lawful interception ook voor dergelijke mensenrechtenschendingen gebruikt kunnen worden, kunnen zonder vergunning uitgevoerd worden. Hoewel het exacte eindgebruik dus onbekend is, is het onwaarschijnlijk dat Nederlandse internetbedrijven een rol spelen bij het faciliteren van mensenrechtenschendingen. Naar aanleiding van vragen van het lid El Fassed3 heeft een aantal vooraanstaande Nederlandse internetbedrijven bevestigd zorgvuldig te kijken naar het eindgebruik van hun technologie in derde landen, voordat wordt overgegaan tot leveren.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Europese bedrijven in het algemeen en Nederlandse bedrijven in het bijzonder een faciliterende of zelfs directe rol spelen in het schenden van mensenrechten?

    In gevallen waar bewijs bestaat dat Europese bedrijven betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, acht ik dat natuurlijk onwenselijk.

  • Vraag 4
    Kunt u toelichten hoe het kabinet op dit moment controleert dat er geen technologieën vanuit Nederland worden geëxporteerd naar overheden die deze technologie gebruiken voor het schenden van mensenrechten? In hoeverre werkt u hierin samen met Europese collega's?
  • Vraag 5
    Over welke instrumenten beschikt u om het handelen van Nederlandse bedrijven te monitoren op eventuele schendingen van sancties of het faciliteren van mensenrechtenschendingen?
  • Vraag 6
    Kunt u uiteenzetten hoe Nederlandse wetgeving ten aanzien van de export van goederen voor tweeërlei gebruik («dual-use items») zich verhoudt tot het Europese exportmechanisme voor deze goederen? Deelt u de mening dat er meer Europese samenwerking moet zijn om mensenrechtenschendingen door middel van Europese technologie te voorkomen?
  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het Nederlands bedrijfsleven een verantwoordelijkheid heeft om in haar bedrijfsvoering proactief rekening te houden met mensenrechten? Ondersteunt u de stelling dat meer transparantie door bedrijven ten aanzien van export en transacties met repressieve overheden noodzakelijk is?

    Ja.

  • Vraag 8
    Zijn er situaties waarin het mogelijk dan wel wenselijk is om bedrijven (juridisch) aansprakelijk te stellen voor betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen?

    De juridische mogelijkheden om bedrijven strafrechtelijk aansprakelijk te stellen worden goed samengevat door professor Castermans en dr. Van der Weide in hun rapport van december 20094: «De Nederlandse wet kent geen uitputtende regeling van de aansprakelijkheid van bedrijven voor betrokkenheid bij schendingen van fundamentele, internationaal erkende rechten. Weliswaar is er een groot aantal regels uitgewerkt in het strafrecht – gebaseerd op verdragen – maar dit geldt vooral voor misdrijven gepleegd binnen de Nederlandse landsgrenzen. Hiervoor is alleen een uitzondering gemaakt voor ernstige misdrijven gericht tegen de menselijkheid, zoals genocide en slavernij, begaan door een natuurlijke persoon of bedrijf. Het bedrijf dat een dergelijke strafrechtelijke overtreding of misdrijf heeft begaan, kan ook voor de burgerlijke rechter door belanghebbenden worden aangesproken, om de schending te staken of om de schade van de slachtoffers te vergoeden.»
    In algemene zin is de handhaving van strafrechtelijke aansprakelijkheid voor extraterritoriale handelingen van bedrijven nauwelijks waar te maken; het is een zwaar middel dat bovendien ingrijpt in de soevereiniteit van andere staten. Daarom is strafrechtelijke aansprakelijkheid slechts in de genoemde uitzonderlijke gevallen vastgelegd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z22724
Volledige titel: Vragen van de leden Pechtold en Verhoeven (beiden D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het gebruik van Europese technologie bij mensenrechtenschendingen (ingezonden 11 november 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1126
Volledige titel: Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het ontbieden van de nuntius van de Heilige Stoel om een reactie te verkrijgen op het rapport-Deetman (ingezonden 22 december 2011).