Ingediend | 7 november 2011 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2012 (na 121 dagen) |
Indiener | Esther Ouwehand (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z22116.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1778.html |
Ja.
De natuurwetgeving betreft de duurzame instandhouding van soorten. Deze verplichting geldt zowel binnen als buiten de specifiek beschermde gebieden. In het rapport «Ecologische effectiviteit van Natuurwetgeving» (Veen, M.P. van, et al. 2011) wordt geconstateerd, dat voor de meeste vleermuissoorten geldt, dat het goed gaat met deze soorten en dat de aantallen toenemen. Dat is mede dankzij mitigerende maatregelen die genomen moeten worden bij de aanleg van infrastructuur.
In het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) wordt de verspreiding van vleermuissoorten onderzocht. In samenwerking met de Nederlandse Zoogdiervereniging (VZZ), de Gegevens Autoriteit Natuur (GAN) en het CBS zijn in de afgelopen jaren verschillende provinciale atlassen gereedgekomen over de verspreiding van vleermuizen. Deze ecologische monitoring vloeit voort uit onze verplichtingen vanuit de EU-Habitat Richtlijn en het EUROBATS verdrag.
In de brochure «Met vleermuizen overweg» van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat staan aanwijzingen voor wegenontwerpers, bouwers en beheerders over hoe rekening gehouden moet worden met vleermuizen. Bij de bouw van wegen en andere infrastructurele ontwikkelingen wordt voor het verlenen van de benodigde vergunningen of ontheffingen de omgeving gemonitord op kwetsbare en beschermde soorten. Er wordt rekening gehouden met vliegroutes, jachtgebieden en verblijfplaatsen van vleermuizen, waarbij voor verschillende soorten soortspecifieke maatregelen worden getroffen. Indien daartoe aanleiding is worden mitigerende maatregelen getroffen. Een voorbeeld hiervan is het gereedkomen van de A74, waar op verschillende plaatsen zogenaamde hop-overs zijn ingericht. Ook zijn onderdoorgangen gemaakt waarbij speciale vleermuisvriendelijke verlichting is aangebracht.
De monitoringsverplichting blijft bestaan en indien er aanwijzingen zijn voor significante effecten, dan zullen er effectieve maatregelen getroffen worden. Tot nu toe zie ik daartoe, mee gelet op de uitkomsten van de atlasprojecten en de gegevens van het NEM, geen aanleiding.
Nee, in het verleden is daar al onderzoek naar gedaan. Daaruit bleek dat voorgestelde maatregelen vaak wel, maar soms niet effectief zijn.
Daar wordt lering uitgetrokken. Ook worden soortgerichte maatregelen die nu genomen worden bij infrastructurele projecten geëvalueerd.
De Kamervragen van het lid Ouwehand (PvdD) 2011Z22116 over de afname van vleermuizen onder de invloed van wegen kunnen niet binnen de gestelde termijn worden beantwoord. Voor het inwinnen en bestuderen van de informatie en de afstemming met het ministerie van Infrastructuur en Milieu heb ik enige tijd meer nodig. Ik zal u zo spoedig mogelijk na het Kerstreces de antwoorden doen toekomen.