Ingediend | 7 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 28 november 2011 (na 52 dagen) |
Indieners | Tjeerd van Dekken (PvdA), Hans Spekman (PvdA) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19694.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-783.html |
Ik heb kennis genomen van het bericht.
De beoordeling of een bedrijf zich aan de cao houdt, is niet aan de overheid. Cao’s zijn civielrechtelijke overeenkomsten tussen sociale partners die betrekking hebben op arbeidsvoorwaarden waarbij de overheid geen partij is. De totstandkoming en de inhoud van cao’s is de verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers en hun organisaties. Vanwege het civielrechtelijke karakter van een cao is ook de (controle op de) naleving van de cao een zaak van cao-partijen. Naleving van een cao kan door cao-partijen via de civiele rechter worden afgedwongen. Ook individuele werknemers die aan de cao gebonden zijn, kunnen zich tot de rechter wenden.
Het ging in deze kwestie om het al dan niet naleven van cao-afspraken. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 betreft dit een zaak voor cao-partijen. Het is niet aan de Arbeidsinspectie om dit actief te onderzoeken. Cao-partijen kunnen, in geval van een algemeen verbindend verklaarde cao, ter ondersteuning van de handhaving (bij gegrond vermoeden en intentie tot rechtsvervolging) de Arbeidsinspectie verzoeken om een onderzoek in te stellen.
Zoals hierboven is aangegeven, betreft de naleving van cao’s een zaak voor cao-partijen. Bij een gegrond vermoeden van overtreding en de intentie tot rechtsvervolging kan de Arbeidsinspectie verzocht worden om een onderzoek.
Wat betreft de capaciteit van de inspectie verwijs ik u naar mijn reactie op het amendement Spekman (Tweede Kamer, 2010–2011, 32 500 XV, nr. 77) waarin is aangegeven dat de extra boete opbrengsten die de Arbeidsinspectie ten opzichte van de begroting in 2011 en volgende jaren verwacht te realiseren, wordt gebruikt om de omvang van de reductie van de Arbeidsinspectie te beperken.
Gezien de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en private partijen ziet het kabinet geen aanleiding om zelf een nalevingsautoriteit in te stellen voor cao’s. Het kabinet is positief over initiatieven door sectoren, om zelf toe te zien op naleving van cao’s.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Spekman en Van Dekken (beide PvdA) over de onderbetaling van schoonmakers bij O2G2 in Groningen niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat nadere informatie moet worden ingewonnen over de situatie bij het betreffende bedrijf.