Ingediend | 4 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2011 (na 6 dagen) |
Indiener | Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | belasting bestuur financiën koninklijk huis |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19311.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-265.html |
Ja.
De leden van het koninklijk huis die in Nederland belastingplichtig zijn betalen de belastingen die ook voor ander andere burgers van toepassing zijn, behoudens uitzonderingen die functioneel van aard zijn (zie ook mijn brief aan de Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 791, nr. 1, blz. 6). Zo is in artikel 40 van de Grondwet bepaald dat vermogensbestanddelen van leden van het koninklijk huis, die dienstbaar zijn aan de uitoefening van het koningschap, niet worden meegenomen bij de berekening van de grondslag voor de vermogensrendementsheffing (dit is een onderdeel van de inkomstenbelasting). De inspecteur van de Belastingdienst die de aanslag inkomstenbelasting oplegt, bepaalt welke vermogensbestanddelen dat zijn. Zie ook mijn brieven aan de Tweede Kamer naar aanleiding van vragen inzake enkele aspecten rond stichtingen die gerelateerd zijn aan het koninklijk huis (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 I, nr. 4 en 6) alsmede de beantwoording van vragen door de staatssecretaris van Financiën tijdens het vragenuur van de Tweede Kamer op 3 februari 2009 (Handelingen II Vergader 2008–2009, pag. 4123–4125).
Zie antwoord vraag 3.
Ja.