Ingediend | 4 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 22 november 2011 (na 49 dagen) |
Indieners | Klaas Dijkhoff (VVD), Cora van Nieuwenhuizen (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19292.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-722.html |
Ja.
Nee, er is geen disproportionele stijging van het aantal asielverzoeken van vreemdelingen uit Bosnië en Herzegovina.
Het functioneren van het monitoringmechanisme wordt regelmatig besproken in de Raad, meest recent tijdens de JBZ-Raad van 27 en 28 oktober 2011.
Tot nu toe blijken vooral Zweden, Duitsland en België geconfronteerd te worden met een verhoogd aantal ongegronde asielverzoeken uit de Westelijke Balkan.
Het kabinet is van mening dat de gemaakte afspraken voldoende worden nageleefd.
Ja, in die zin dat de brief van Commissaris Malmström is besproken tijdens een ministeriële bijeenkomst met de landen van de Westelijke Balkan op 3 en 4 oktober 2011. De bijeenkomst stond in het licht van de verhoogde instroom asielzoekers uit de Westelijke Balkan landen, de nog ontoereikend geachte herintegratie van met name de Roma-minderheid en de noodzaak tot betere samenwerking bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Er is afgesproken dat de Balkanlanden op korte termijn opnieuw verslag doen van de vorderingen met betrekking tot de door hen genomen maatregelen.
Nederland benadrukt dit stelselmatig in EU-verband.
Ja.
De daarvoor benodigde aanpassing van Verordening (EG) Nr. 539/2001 is nog niet afgerond. Ik verwijs naar het BNC-fiche waarin de Nederlandse positie uiteen is gezet (BNC-fiche «Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders», Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 22 112, nr. 1191).