Ingediend | 22 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 12 oktober 2011 (na 20 dagen) |
Indiener | André Bosman (VVD) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | begroting bestuur de nederlandse antillen en aruba financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z18255.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-294.html |
Ja.
Zie antwoord bij vraag 7.
Zie antwoord bij vraag 7.
Zie antwoord bij vraag 7.
Zie antwoord bij vraag 7.
Zie antwoord bij vraag 7.
Een tekort op de lopende rekening wil zeggen dat beide landen meer importeren dan exporteren; er wordt meer binnenlands besteed dan geproduceerd. Door de bestedingen te beperken kan deze situatie verholpen worden; het IMF adviseert dat. Bestedingen kunnen worden geremd door minder bestedingen door de overheid zelf of door bijvoorbeeld het voeren van een restrictief monetair beleid. Een tekort op de betalingsbalans kan er in principe toe leiden dat de vaste verhouding tussen de Antilliaanse gulden en de Amerikaanse dollar onder druk komt te staan. Een aanpassing van de vaste verhouding kan gevolgen hebben voor het prijspeil op beide landen en via dat mechanisme tot een opwaartse druk op de uitgaven. De staatsschuld zelf is echter gemaximeerd in de Rijkswet Financieel Toezicht Curaçao en Sint Maarten. Toezicht op de openbare financiën van Curaçao en Sint Maarten is middels deze Rijkswet belegd bij het College financieel toezicht.
Het IMF acht het risico voor de vaste verhouding tussen de Antilliaanse gulden en de Dollar niet kritiek, maar desondanks heeft de Centrale bank van Curaçao en Sint Maarten als gevolg van de IMF-rapportage wel besloten om de verplichte reserve van banken te verhogen. Hiermee is dus invulling gegeven aan het advies van het IMF om een restrictief monetair beleid te voeren. Bovendien adviseert het IMF de landen om de uitgaven van de overheden in balans te brengen en/of te houden en dus maatregelen door te voeren op het pensioenstelsel, sociale zekerheid en de gezondheidszorg. Vergelijkbare aanbevelingen heeft het College financieel toezicht gedaan aan de regeringen van de landen. Daarnaast geeft het IMF de aanbeveling maatregelen te treffen op fiscaal terrein alsmede maatregelen die structureel de economie versterken (concurrentieverbetering, loon- en prijsflexibiliteit). Dit temeer daar de afhankelijkheden van externe factoren en daarmee risico’s van de eilanden voor de economische ontwikkelingen relatief groot zijn.
Nederland staat niet garant voor de staatsschuld van Curaçao en Sint Maarten. Er bestaat geen geformaliseerde achtervangregeling. Een specifieke reactie bij een crisissituatie zal altijd afhangen van de specifieke situatie (bijvoorbeeld; oorzaken, functioneren horizontale en verticale keten, eigen inspanningen) en van de politieke keuzes binnen het Koninkrijk evenals in Nederland op dat moment. Wel is het zo dat Nederland ingevolge de Rijkswet Financieel Toezicht Curaçao en Sint Maarten een lopende inschrijving heeft op de leningen die Curaçao en Sint Maarten willen afsluiten. Dit is gebonden aan strikte voorwaarden betreffende het (behoud van het) evenwicht op de begroting en meerjarenraming en beheersing van de rentelastnorm.
In de praktijk lenen de beide landen daarom in de Nederlandse schatkist. De staatsschuld zal als gevolg van het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans niet oplopen. Wel geeft het IMF aan dat de staatsschuld van Curaçao licht daalt en die van Sint Maarten tijdelijk stijgt.