Ingediend | 13 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 26 september 2011 (na 13 dagen) |
Indiener | Jhim van Bemmel (PVV) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17523.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-108.html |
Nee. Ik heb gezegd dat de verleende subsidie beter op andere wijze had kunnen worden besteed. Dat laat onverlet dat windenergie op zee op termijn en na noodzakelijke kostenverlagingen wel degelijk van belang kan zijn voor Nederland.
Nee, de heer Van der Veer heeft in zijn advies als boegbeeld aangegeven, dat windenergie op zee een potentieel belangrijke sector is voor de verdiencapaciteit van Nederland. En met de heer Van der Veer ben ik van mening dat windenergie op zee nu nog te duur is om een volwaardige rol te spelen in de Europees afgesproken doelstelling voor duurzame energie in 2020.
Conform het Regeer- en gedoogakkoord zet dit kabinet wat exploitatiesubsidies betreft in op de goedkoopste vormen van duurzame energie. Daartoe is de SDE-regeling omgevormd tot een SDE+-regeling, waarin alle vormen van duurzame energie met elkaar concurreren. Het is niet te verwachten, dat windenergie op zee binnen afzienbare termijn mee kan concurreren in de SDE+. Innovatie wordt gestimuleerd via het bedrijfslevenbeleid in de topsector energie.