Ingediend | 9 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2011 (na 31 dagen) |
Indiener | Martijn van Dam (PvdA) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | integratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17364.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-257.html |
Ja, ik heb kennisgenomen van het SCP-rapport Poolse Migranten. Het onderzoek heeft betrekking op Polen die hoogstens zes jaar in Nederland wonen en zich in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) hebben laten inschrijven. Dit waren er 77 000 op 1 januari 2010. Tijdelijke arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland verblijven hoeven zich niet in te laten schrijven in het GBA en vallen dus niet onder de onderzoekspopulatie. De onderzoeksbevindingen kunnen dus niet gegeneraliseerd worden naar alle in Nederland verblijvende Polen, maar hebben betrekking op een deelpopulatie.
Ja.
Ik constateer dat Polen in Nederland bereidheid vertonen om vrijwillig in te burgeren: in 2010 zijn ruim 4000 Polen met een inburgeringstraject via de gemeente gestart. Daarnaast leert een onbekend aantal Poolse werknemers de taal via de werkgever, zoals ook opgenomen in de CAO van de Algemene Bond Uitzendondernemingen, de ABU (artikel 45 van de CAO, geldig tot 2014). Werkgevers dragen een grote verantwoordelijkheid voor het leren van de taal, mede met het oog op de veiligheid op de werkvloer. Gemeenten kunnen nog tot 1 januari 2013 het budget voor inburgering inzetten voor o.a. Poolse arbeidsmigranten terwijl de budgetten voor volwasseneneducatie per 1 januari 2013 ook beschikbaar zullen zijn voor taalonderwijs. Dit kabinet ziet het vooral als de verantwoordelijkheid van de Polen zelf om de Nederlandse taal te leren spreken en in te burgeren. Met het oog daarop wordt er een basispakket voor zelfstudie inburgering (e-learning) samengesteld en op de markt gebracht begin 2012. Daarnaast overleg ik met mijn collega-ministers in het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk en Duitsland over het bevorderen van integratie van Europese migranten. Voor de overige maatregelen om te stimuleren dat Europese arbeidsmigranten de taal leren, verwijs ik naar de brief van 14 april jongstleden van ministers Kamp, Leers en mijzelf.
Alle mensen hebben de verantwoordelijkheid een zelfstandig bestaan op te bouwen en deel te nemen aan de samenleving. Dit begint met investeren in eigen kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de samenleving ziet het kabinet als wezenlijke voorwaarden om actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Actieve deelname vereist echter ook dat mensen zich blijven ontwikkelen, al dan niet met behulp van familie, vrienden, buren, verenigingen of kerken. Uitgewerkt wordt of het concept van de leeftijdsonafhankelijke leerplicht breder aan de sociale zekerheid en de bestrijding van analfabetisme ten grondslag kan worden gelegd.