Kamervraag 2011Z16426

Het niet openbaar maken van meetlocaties van onderzoek naar gezondheidsrisico’s van de intensieve veehouderij

Ingediend 25 augustus 2011
Beantwoord 26 september 2011 (na 32 dagen)
Indiener Henk van Gerven
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen dieren gezondheidsrisico's landbouw zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16426.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-103.html
1. Brief minister VWS aan Tweede Kamer over Onderzoek intensieve veehouderij en gezondheid. Den Haag, 19 augustus 2011.
2. Debat gezondheidseffecten en intensieve veehouderij 23 juni 2011.
3. Zie noot 1.
  • Vraag 1
    Kunt u toelichten waarom de meetlocaties van het IRAS-onderzoek niet openbaar worden gemaakt? Is het juridisch strikt onmogelijk om de meetlocaties openbaar te maken, mede gezien het feit dat de minister de opdrachtgever is, of bent u daar niet toe bereid? Kunt u een juridische onderbouwing geven?1

    In mijn brief van 19 augustus jl. ben ik ingegaan op de problematiek van het openbaar maken van meetlocaties van dit onderzoek. Ik heb toen geschreven dat er in dit onderzoek sprake is van twee soorten meetlocaties, namelijk vaste meetlocaties waar continumetingen zijn verricht naar stikstof, fijnstof, endotoxinen en DNA van bepaalde bacteriën en meetlocaties om effecten van specifieke bedrijfstypen te kunnen vaststellen.
    Over de eerste soort meetlocaties heb ik geschreven dat deze al globaal zijn weergegeven in het rapport. Omdat hier sprake is van «toevallige» locaties, verspreid in de onderzoeksregio waar privacyaspecten geen grote rol spelen en toekomstig onderzoek niet geschaad wordt, hebben de onderzoekers er geen bezwaar tegen dat de postcodes van deze locaties openbaar gemaakt worden. De postcodes zijn: 3583, 5409, 5709, 5712, 5813 en 5816.
    Over de tweede soort meetlocaties waarbij medewerking van bedrijven is gevraagd en vertrouwelijkheid is beloofd door de onderzoekers blijf ik bij wat ik in mijn brief van 19 augustus jl. heb geschreven. Deze meetlocaties van het IRAS-onderzoek kan ik niet openbaar maken omdat ik daarover niet beschik. De onderzoekers verzekeren mij dat het openbaar maken van dit soort meetlocaties soortgelijk toekomstig onderzoek vrijwel onmogelijk maakt. Ik hecht zeer aan het verrichten van gedegen onderzoek.
    U vraagt ook naar de juridische mogelijkheden en onderbouwing. Ik heb geen juridische mogelijkheden om de onderzoekers te verplichten de meetlocaties bekend te maken. Bij de subsidieverstrekking zijn geen voorwaarden gesteld aan de bekendmaking van de meetlocaties.

  • Vraag 2
    Vindt u ten principale dat mensen in Nederland het recht hebben te weten dat er in de lucht bij hun leefomgeving hoge concentraties endotoxinen aanwezig zijn? Zo nee waarom niet, zo ja, waarom geeft u dan niet de meetlocaties? Wat is uw vervolgactie?

    Het meten van endotoxines, fijnstof, pollen, ozon, roetdeeltjes of wat dan ook in de lucht staat iedereen vrij. Van die vrijheid hebben de onderzoekers ook gebruik gemaakt. Ze hebben gemeten op privéterreinen. Met de eigenaren van die terreinen zijn afspraken gemaakt dat de locaties niet bekend zullen worden gemaakt. Ik kan niet treden in die afspraken en ik beschik ook niet over de locaties. Ik heb dus niets om openbaar te maken. Voor het overige wil ik verwijzen naar mijn antwoord op vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoe staat het met het tijdens het debat over gezondheidseffecten van de intensieve veehouderij in Brabant gedane toezegging voor vervolgonderzoek? Wat is de stand van zaken van dit vervolgonderzoek? Hoe ziet de onderzoeksopzet eruit? Zijn er in het vervolgonderzoek ook meetpunten in de Brabantse brandhaarden waar hoge concentraties intensieve veehouderij zijn?2

    De onderzoekers hebben een aantal aanbevelingen gedaan voor verdieping en verificatie. Op dit moment zijn wij in gesprek met het RIVM over de invulling van die aanbevelingen. Of er in het vervolgonderzoek ook in Brabant wordt gemeten weet ik op dit moment nog niet. Dat hangt af van de opzet die de onderzoekers voor het vervolg voorstellen.

  • Vraag 4
    Hebben er metingen plaatsgevonden in Huijgevoort? Gaan deze nog plaatsvinden?

    Zie ook mijn antwoord op vraag 3. Ik weet niet of er in deze plaatsen metingen hebben plaatsgevonden of zullen gaan plaatsvinden.

  • Vraag 5
    Hebben er metingen plaatsgevonden in Reusel-De Mierden? Gaan deze nog plaatsvinden?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Hoeveel meetlocaties zijn er in vervolgonderzoek? Zijn de meetlocaties inmiddels bekend?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Worden deze locaties wel openbaar gemaakt? Zo nee, waarom niet?

    In mijn brief van 19 augustus jl. heb ik aangegeven dat bekend maken van de meetpunten gedurende het onderzoek zou kunnen leiden tot verstoring van de meetgegevens of vandalisme en dus schade voor de onderzoekers en overlast voor de bewoner of het bedrijf waar de meetpaal was geplaatst. Als nieuwe metingen onderdeel zijn van de opzet van het vervolgonderzoek zal ik de onderzoekers vragen hoe zij om willen gaan met het openbaar maken van meetpunten. Ik vind transparantie en openbaarheid van groot belang. Ik hecht aan de andere kant ook aan goed onderzoek. Als het openbaar maken van een meetpunt betekent dat eigenaren van terreinen geen medewerking verlenen aan het onderzoek en de onderzoekers uit moeten wijken naar suboptimale locaties komt de kwaliteit van het onderzoek in gevaar. Daarnaast kan de situatie ontstaan dat onderzoekers alleen nog welkom zijn op locaties die willen aantonen dat ze geen of weinig stoffen uitstoten. Dat levert een bias op. Kortom, er zijn vanuit het oogpunt van onderzoek krachtige argumenten om niet voor volledige openheid te kiezen.

  • Vraag 8
    Kan de Kamer de nieuwe onderzoeksopzet ontvangen? Zo nee, waarom niet?

    Ja. De onderzoeksopzet wordt nu opgesteld conform de toezeggingen aan uw Kamer. Ik zal uw Kamer na opdrachtverlening informeren over de opzet van het onderzoek.

  • Vraag 9
    Op basis van welk wetenschappelijk onderzoek komt u tot de volgende conclusie: «Naast het feit dat de onderzoekers de precieze meetlocaties niet verstrekken ben ik van mening dat die gegevens geen bijdrage kunnen leveren aan een risico-inschatting op die specifieke locaties»?3

    Ik baseer mij op het onderzoek dat door IRAS, Nivel en RIVM is uitgevoerd.
    Het is niet mogelijk om uitscheiding van stof en kiemen van alle Nederlandse veehouderijen te meten. In plaats van de hele populatie te testen, test men slechts een gedeelte van de populatie: een steekproef. Op een aantal bedrijven is dus een meetpunt neergezet. De onderzoekers zeggen over het selecteren van de meetpunten: «Voor de gradiëntmetingen zijn bedrijven geselecteerd waar in een straal van 500 meter geen of hoogstens een enkel ander bedrijf aanwezig was om de specifieke bijdrage van het bedrijf aan de concentraties in de lucht goed te kunnen schatten. Ook mocht er niet teveel verstorende begroeiing rond het bedrijf aanwezig zijn en mochten er zich geen andere mogelijke bronnen van microbiële blootstelling in de nabije omgeving bevinden. Verder moest de omgeving van het bedrijf goed benaderbaar zijn voor de plaatsing van meetpalen.» Al deze voor het onderzoek van belang zijnde aspecten doen niets toe of af aan het potentiële risico van deze individuele bedrijven ten opzichte van de vele (zie blz. 31) andere bedrijven in het gebied.
    De gegevens uit de steekproef worden geëxtrapoleerd naar de populatie. De blootstelling en de effecten daarvan op de gezondheid van alle bewoners van het gebied zijn vergelijkbaar met die gemeten zijn in de steekproef. Dat geldt voor omwonenden van bedrijven waar de metingen hebben plaatsgevonden, maar ook voor omwonenden van de bedrijven waar die metingen niet hebben plaatsgevonden.

  • Vraag 10
    Hebben de omwonenden, waar de verhoogde waarden zijn gemeten geen recht op deze informatie, net zoals omwonenden van bedrijven waar een q koorts besmetting is geweest? Zo neen, waarom niet?

    Zie mijn antwoord op de vragen 1, 2 en 9.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z16426
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het niet openbaar maken van meetlocaties van onderzoek naar gezondheidsrisico’s van de intensieve veehouderij (ingezonden 25 augustus 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-103
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het niet openbaar maken van meetlocaties van onderzoek naar gezondheidsrisico’s van de intensieve veehouderij (ingezonden 25 augustus 2011).