Ingediend | 24 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 september 2011 (na 22 dagen) |
Indiener | Eeke van der Veen (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | verzekeringen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16388.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3657.html |
Ja, DNB heeft 4 juli jl. de minister van Financiën geadviseerd om gelet op het totaalpakket aan maatregelen, waardoor het risicoprofiel van zorgverzekeraars zal toenemen, de solvabiliteitseis te verhogen van 9 naar 11 procent van de schadelast in 2012.
Nee, de minister van Financiën besluit over de verhoging van de minimumvereiste solvabiliteitsmarge voor (basis)zorgverzekeraars. DNB heeft de minister van Financiën geadviseerd om de solvabiliteitseis te verhogen van 9 naar 11%. In de brief die Uw Kamer op 5 september jl. ontving staat het voornemen van de minister van Financiën vermeld om het advies van DNB over te nemen.
Het extra kapitaal dat zorgverzekeraars door de verhoging moeten aanhouden bedraagt € 720 miljoen. Als zorgverzekeraars dit extra kapitaal volledig via de premie zouden financieren, dan leidt dit tot een opwaartse premiedruk van circa € 25 per verzekerde, ervan uitgaande dat de helft – door de zogenaamde 50/50-regeling – via de inkomensafhankelijke bijdrage wordt opgebracht. Mede gelet op de huidige kapitaliseringsgraad van zorgverzekeraars (de solvabiliteitsratio ligt gemiddeld boven de 200%) verwacht ik echter niet dat dit zal gebeuren.
Om te voorkomen dat een onvoorziene verslechtering van de financiële situatie van een verzekeraar de belangen van de polishouder schaadt, kunnen zorgverzekeraars een veiligheidsmarge in acht nemen. Hoe groot deze marge moet zijn zal de zorgverzekeraar zelf moeten bepalen aan de hand van de geïdentificeerde risico's.
Door de stijging van de solvabiliteitseis met 2 procentpunt van 9 naar 11% zal de minimaal vereiste solvabiliteitsbuffer toenemen met € 720 miljoen.
Overigens zou ik de term «dood geld» niet willen gebruiken. Deze solvabiliteitsbuffer dient wel degelijk een belangrijk doel. Immers, door de borging van de financiële soliditeit van de zorgverzekeraars worden polishouders beter beschermd. Voorts ligt het geld niet dood op de plank. Het mag binnen prudentiële grenzen belegd worden zodat er ook een beleggingsrendement op behaald kan worden.
Zorgverzekeraars kunnen de verhoging van het solvabiliteitsvereiste (gedeeltelijk) vertalen in een premieopslag. Die opslag is tijdelijk totdat het gewenste solvabiliteitsniveau is bereikt. Bij het antwoord op vraag 2 heb ik al aangegeven dat gemiddeld zorgverzekeraars al ruim aan de nieuwe solvabiliteitseis van 11% voldoen. De uitgavenbesparing van 330 miljoen euro is structureel. Deze bedragen zijn gebaseerd op berekeningen zoals het CPB heeft gemaakt in de notitie «Analyse economische effecten financieel kader».
Zie het antwoord op vraag 5. De zorguitgaven stijgen niet als gevolg van de hogere solvabiliteitseis. Zoals geschetst bij het antwoord op vraag 5 kan er wel een tijdelijk effect op de zorgpremie ontstaan afhankelijk van de huidige solvabiliteitspositie van verzekeraars.