Ingediend | 22 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2011 (na 23 dagen) |
Indieners | Ad Koppejan (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | belasting economie financiën ondernemen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16266.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3646.html |
Voor het beantwoorden van de vragen is het van belang om te schetsen hoe het proces verloopt na ontvangst van de aangiften Vpb.
Nadat deze aangiften zijn ontvangen door de Belastingdienst worden ze op een bepaald moment doorgezet naar het Vpb-systeem. Dat zou dit jaar gebeuren op 25 juli ten aanzien van de aangiften die tot die datum waren ingediend. Door een technische storing is het gerealiseerd op 8 augustus 2011. Het is aannemelijk dat in de correspondentie van de Belastingdienst deze storing wordt bedoeld.
Vervolgens zijn de aanslagen vanaf 8 augustus opgelegd met als dagtekening 31 augustus 2011. Dit betekent dat er in het geval van een verlies terugwenteling heeft plaatsgevonden. Daarvoor zijn nu dus geen belemmeringen meer. Vanzelfsprekend moet wel aan de voorwaarden zijn voldaan.
De datum waarop de aangiften werden doorgezet naar het Vpb-systeem lag in 2010 in het begin van september. Dit jaar (2011) laat dus al een versnelling zien van een maand ten opzichte van 2010. Het is de bedoeling van de Belastingdienst om in 2012 nog een versnelling aan te brengen in dit proces.
De aanslagen die korte tijd door de storing werden opgehouden zijn ondertussen al opgelegd. Dat houdt in dat de aanvragen van verrekening van verliezen in beginsel allemaal zijn gehonoreerd, mits natuurlijk aan de voorwaarden is voldaan.
Ik ben van oordeel dat de Belastingdienst zo snel mogelijk moet reageren op aanvragen van verrekening van verliezen. Uit het antwoord op vraag 1 blijkt dat de procedure al sneller verloopt dan voorheen en in de komende jaren nog sneller zal verlopen. Deze werkwijze van de Belastingdienst komt m.i. tegemoet aan de belangen van het bedrijfsleven.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Over deze vraag heeft mijn ambtsvoorganger zich eerder uitgelaten in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 4 november 2010 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 504, nr. 19 pag. 35). Daar is het volgende geantwoord: «In het kader van de kredietcrisis is verder nagedacht over mogelijke stimulerende maatregelen, waaronder ook het verlengen van deze regeling. Dit heeft geleid tot diverse andere maatregelen, waaronder de tijdelijke verlenging van de achterwaartse verlies verrekeningstermijn met 2 jaren. Mede hierom en gezien het feit dat de versnelde teruggaaf tot ingewikkelde systeemaanpassingen buiten de reguliere systemen om zou moeten leiden, is ervoor gekozen deze regeling niet te verlengen.» Bovenstaande geldt nog steeds. Bovendien zal herleven van deze regeling leiden tot grote negatieve effecten op het EMU-saldo in 2011 en 2012.