Ingediend | 17 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2011 (na 14 dagen) |
Indieners | Jeroen Recourt (PvdA), Tjeerd van Dekken (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16150.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3475.html |
Ja.
Om de kwaliteit van de rechtsbijstand op toevoegbasis te waarborgen is het maximum aantal toevoegingseenheden per advocaat op 250 gesteld. Uit het onderzoek dat de Raad voor Rechtsbijstand heeft ingesteld, blijkt dat twee advocaten van het Groningse kantoor deze regel omzeild hebben door de aanvraag van zaken op naam van kantoorgenoten te zetten die hiervan niet op de hoogte waren. Hierdoor zijn zij tussen 2006 en 2009 in circa 450 dossiers ten onrechte aan rechtzoekenden toegevoegd.
De Raad voor Rechtsbijstand voert continu structurele controles uit. Wanneer aanvragen op een andere naam worden gezet, onttrekt zich dit aan de waarneming van de Raad. Op basis van signalen voert de Raad evenwel extra controles uit. In dit geval is onderzoek ingesteld naar aanleiding van het signaal dat een toevoeging was aangevraagd op naam van een advocaat die het Groningse kantoor al had verlaten. De toevoeging werd naar het nieuwe adres gestuurd, waarop de advocaat aangaf de zaak niet te kennen.
De Raad voor Rechtsbijstand is nog bezig met de vaststelling van het benadelingsbedrag. Uitgaande van circa 450 dossiers over een periode van 2006–2009 en een gemiddelde toevoegingsvergoeding wordt verwacht dat het bedrag tussen de € 300 000 en € 400 000 ligt. De Raad zal de ten onrechte verstrekte vergoedingen terugvorderen van beide advocaten.
Ik merk hierbij op dat de toevoegingen zijn afgegeven aan rechtzoekenden die recht hadden op rechtsbijstand. Deze rechtsbijstand had echter niet door de twee betrokken advocaten verleend mogen worden, maar door andere advocaten die het maximum aantal toevoegingen nog niet hadden bereikt. In die zin is het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand niet benadeeld.
Op 27 mei 2011 heeft de Raad na contact met de officier van justitie te Groningen bij de politie aangifte gedaan tegen de twee betrokken advocaten wegens valsheid in geschrifte.
De Raad voor Rechtsbijstand heeft, direct na het eerste signaal, contact opgenomen met de Deken van het arrondissement Groningen. Vervolgens heeft de Deken op 27 april 2010 opdracht gegeven een onderzoek in te stellen. In januari 2011 heeft de Deken de Raad meegedeeld dat de betrokken advocaten inderdaad de maximumgrens van het aantal aanvragen op toevoegbasis hebben omzeild. De Deken heeft een klacht ingediend bij de Raad van Discipline. Op 19 september 2011 zal deze klacht worden behandeld.
Ik ben van mening dat de twee betrokken advocaten zich ernstig laakbaar hebben gedragen. De zaak zal door de strafrechter en door de tuchtrechter worden behandeld. Het is niet aan mij, maar aan de rechter om de gevolgen van hun handelen te bepalen.