Ingediend | 21 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 6 september 2011 (na 47 dagen) |
Indiener | Marieke van der Werf (CDA) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
Onderwerpen | economie energie markttoezicht natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15698.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3532.html |
Onderhavige beantwoording van de vragen van lid Van der Werf (CDA) is de eerste reactie van het kabinet over de voorgenomen samenwerking tussen RWE en Gazprom. RWE en Gazprom hebben op 14 juli jl. een Memorandum van Overeenstemming getekend. Het Memorandum is, blijkens het bericht van Essent1, een intentie om tot financiële overeenkomsten te komen die betrekking hebben op individuele gas- en kolengestookte energiecentrales van RWE in de Benelux, Duitsland en Groot-Brittannië. Uit een recentelijk gesprek tussen mijn hoogste energieambtenaar en de CEO van Essent bleek dat er nu nog geen overeenkomst is afgesloten; de onderhandelingen bevinden zich nog in het beginstadium. Het is mogelijk dat een aandeel van Gazprom in enkele elektriciteitscentrales in Nederland onderdeel gaat uitmaken van de samenwerking met RWE. Essent geeft echter aan dat de aansturing, het management en de operationele bedrijfsvoering van desbetreffende centrales in handen blijven van Essent/RWE.
Er is in Nederland een uitgebreid beleidskader, deels juridisch verankerd in nationale en Europese wetgeving, dat een goede marktwerking en een betrouwbare energievoorziening voor burgers en bedrijven waarborgt. Een sterke en open markt zorgt ervoor dat burgers en bedrijfsleven voor hun energievoorziening kunnen vertrouwen op een voldoende aantal aanbieders dat middels een groot aantal landen en bronnen de energievoorziening borgt. Zo kan worden voorkomen dat de belangen van één partij de energievoorziening voor Nederlandse burgers en bedrijven in gevaar kunnen brengen.
Indien Gazprom binnen Nederland actief is, dan moet het zich hier, net als alle andere bedrijven, aan de regels houden. Gazprom is overigens een bedrijf waar Nederlandse en andere Europese bedrijven veelvuldig en goed zaken mee doen. Deze relatie kent een wederzijds belang; gas is voor Europa belangrijk, maar Europa is ook een belangrijke klant voor Gazprom.
Het bovengenoemde Nederlandse beleidskader ter borging van de energievoorziening bestaat ondermeer uit:
Daarnaast heb ik het wetsvoorstel ter implementatie van het derde energiepakket ingediend bij uw Kamer (kamerstukken 32814). Onderdeel hiervan vormt een vangnetbepaling die erop is gericht om te kunnen toetsen of een wijziging van de zeggenschap in elektriciteitsproductie-eenheden een gevaar oplevert voor de leveringszekerheid; in zo’n geval kan ik, onder voorwaarden en na instemming van de Europese Commissie, voorschriften verbinden aan de wijziging van zeggenschap.
Alle bedrijven die actief zijn binnen de Europese Unie dienen zich te houden aan de Europese en nationale regels. Dat geldt dus ook voor Gazprom. Voor transmissienetwerken in Europa geldt dat de (persoon of) personen die zeggenschap (beslissende invloed) hebben over het transmissienetwerk, dienen te voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten van het derde pakket. Ter implementatie van het derde pakket heb ik recentelijk aan uw Kamer een wetsvoorstel ter behandeling aangeboden.
Bij certificering van eigenaren of beheerders van een transmissiesysteem waarover personen uit derde landen zeggenschap hebben, geldt een aanvullende certificeringprocedure, waarbij met name wordt gekeken naar de vraag of het toekennen van certificering geen bedreiging vormt voor de energievoorzieningszekerheid.
Buiten de Europese Unie staat het in beginsel alle bedrijven vrij om andere activiteiten ontwikkelen: de Europese regels gelden hier niet. Gazprom kan dus in Rusland actief zijn in transmissie en levering, zolang de bedrijfsvoering van een Europees transmissienetwerk maar onafhankelijk van levering en productie plaatsvindt. Dat geldt evenzo voor Europese bedrijven. Van concurrentievervalsing is in dat opzicht dus geen sprake. Uiteraard moeten de afspraken tussen RWE en Gazprom ook voldoen aan het Europese en nationale mededingingsrecht – in dit geval dat van Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland -. Of dit het geval is, is ter beoordeling van de relevante mededingingsautoriteiten.
De voorgenomen samenwerking tussen RWE en Gazprom heeft geen betrekking op de kerncentrale van Borssele, noch op andere kerncentrales in Europa. Zoals hierboven genoemd heeft Essent, als reactie op verschillende mediaberichten, hierover een bericht op de website geplaatst.
Op dit moment bezit RWE geen aandelen in EPZ, de exploitant van de kerncentrale Borssele. De aandelen in EPZ zijn voor 50% in bezit van Delta en voor 50% in bezit van de voormalige aandeelhouders van Essent, verenigd in Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (PBE). Een mogelijke overdracht van aandelen in EPZ van PBE naar RWE is thans onderwerp van een gerechtelijke procedure tussen Delta en PBE. Het is bekend dat partijen met elkaar in gesprek zijn om overeenstemming te bereiken over een aandelenoverdracht, waarbij RWE mogelijk een minderheidsaandeel in EPZ zou verkrijgen. Mocht deze aandelenoverdracht doorgang vinden, dan is RWE gebonden aan het convenant Publieke Belangen Kerncentrale Borssele.3 Mocht RWE op haar beurt (een deel van) haar aandelen in EPZ willen doorverkopen aan een andere partij, dan is RWE verplicht daarvan melding te doen aan mij. Indien met de voorgenomen overdracht naar mijn mening de duurzame exploitatie van de kerncentrale Borssele onvoldoende verzekerd is, in die zin dat daardoor de dwingende redenen van algemeen belang betreffende de openbare orde, openbare veiligheid (inclusief leveringszekerheid) en volksgezondheid in gevaar kunnen komen, dan kan ik mij op grond van het convenant verzetten tegen de voorgenomen overdracht van aandelen en deze in het uiterste geval blokkeren.