Ingediend | 28 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 16 augustus 2011 (na 49 dagen) |
Indieners | Anne-Wil Lucas-Smeerdijk (VVD), René Leegte (VVD) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu ruimte en infrastructuur waterkeringen en waterbeheer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z14248.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3313.html |
Ja.
De berichtgeving is gebaseerd op een deskundigenverslag van de adviseur van de Raad van State (StAB). Dit deskundigenverslag is een onderdeel van de gerechtelijke procedure zoals die thans bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aanhangig is. Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg van 30 maart 2011 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 239, nr. 112 ) heb aangegeven, kan ik daarom op dit moment verder geen inhoudelijke uitspraken doen omdat deze zaak onder de rechter is. Het is nu aan de rechter om te spreken.
Wel wil ik benadrukken dat bij de vaststelling van het inpassingplan «Windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder» de effecten op de drie dijken van de Noordoostpolder nadrukkelijk zijn beoordeeld. Het waterschap Zuiderzeeland, de verantwoordelijke voor het beheer en onderhoud van de dijken van de Noordoostpolder, is intensief betrokken geweest bij deze beoordeling. Er vinden geen bouwactiviteiten plaats in de kernzone of de binnenbeschermingszones van de dijk. Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar het mogelijk effect van het windpark op de stabiliteit van de drie dijken.
Tevens wordt in soortgelijke berichtgeving over stabiliteit van de dijken een deskundige van de TU-Delft aangehaald. In deze berichtgeving wordt aangegeven dat deze deskundige zou pleiten voor preventieve dijkversterking. Deze deskundige heeft zich naar aanleiding van deze berichtgeving gemeld bij mijn ministerie met de mededeling dat hij zich niet herkent in de weergave van zijn pleidooi.
Het is nu eerst aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om een oordeel te geven over de rechtmatigheid van het inpassingsplan en de diverse uitvoeringsbesluiten. Daarbij zal ook het mogelijke effect van het windpark op de stabiliteit van de dijken in de Noordoostpolder betrokken worden. Ik wil daarop niet vooruitlopen.
Ik wil benadrukken dat er geen bouwactiviteiten zullen plaatsvinden en geen windmolens in gebruik worden genomen, voordat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan.
Naar verwachting zal de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mede op basis van de diverse onderzoeken aangeven of het inpassingsplan uitgevoerd mag worden. Daarbij zal naar verwachting ook een rol spelen of de diverse onderzoeken deugdelijk zijn en ten grondslag mogen worden gelegd aan het inpassingsplan. Ik verwacht dat met die helderheid de onrust wordt weggenomen.