Ingediend | 22 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 23 november 2011 (na 154 dagen) |
Indiener | Ad Koppejan (CDA) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z13584.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-734.html |
Ja.
De staatssecretaris van EL&I is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het beleid met betrekking tot de te beschermen gebieden. De discussie hierover hoort in het parlement thuis. Greenpeace is in haar handelen gehouden aan de geldende wettelijke bepalingen.
Bij invoering van de Waterwet zijn de Wet beheer rijkswaterstaatwerken en de Wet verontreiniging zeewater ingetrokken. Op grond van de Waterwet is het niet toegestaan om zonder vergunning stenen met beelden te dumpen op de bodem. Er is dus sprake van een overtreding van de Waterwet. Er is geen sprake van een overtreding van de Wet Milieubeheer aangezien deze wet alleen van toepassing is binnen de territoriale wateren en de stenen zich buiten de territoriale wateren bevinden. De locaties waar Greenpeace de stenen heeft gestort en de omgeving daarvan zijn nader onderzocht. Daarbij is geconstateerd dat er in het gebied honderden stenen voorkomen die een vergelijkbare omvang hebben als de stenen die door Greenpeace zijn gestort. Vanwege het grote aantal stenen dat van nature voorkomt in het gebied leveren de door Greenpeace gestorte stenen niet of nauwelijks een verhoogd gevaar op voor de visserij. Om deze redenen is er onvoldoende grond om de verwijdering van de stenen te eisen. Het storten van stenen zonder vergunning blijft evenwel in strijd met de Waterwet. Daarom heb ik Greenpeace een dwangsom opgelegd die erop gericht is te voorkomen dat Greenpeace in de toekomst opnieuw stenen zou storten in de Noordzee.
Tijdens het mondelinge vragenuur van 21 juni jl. heeft de staatssecretaris van EL&I duidelijk gemaakt dat hij de kustwacht zal vragen om extra inspecties in het gebied en zo mogelijk op te treden. Inmiddels kan ik u mededelen dat op 23 juni het ministerie van I&M een gesprek heeft gehad een vertegenwoordiger van Greenpeace met betrekking tot deze actie. Het storten van stenen is toen niet opgehouden. Op 25 juni 2011 is een waarschuwingsbrief uitgegaan naar Greenpeace waarin de organisatie wordt gesommeerd te stoppen met het storten van stenen in strijd met de Waterwet. Bovendien is op zondag 26 juni de kustwacht aan boord gegaan van het schip van Greenpeace om het schip te inspecteren. Op 6 juli 2011 is conform de Algemene wet bestuursrecht het voornemen tot handhavend optreden aan Greenpeace bekend gemaakt. Op dit moment bevind ik mij in het proces aangaande de juridische vervolgstappen tegen Greenpeace, zie antwoord op vraag 3.
Indien vissers schade hebben en deze kunnen aantonen, staat hen de weg naar de civiele rechter open om deze schade te verhalen op Greenpeace.