Ingediend | 2 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 22 juni 2011 (na 51 dagen) |
Indieners | Han ten Broeke (VVD), André Bosman (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | defensie internationaal natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09319.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2906.html |
Ja.
Het betreft hier twaalf niet meer in gebruik zijnde legertrucks. De blaasvaren is opgenomen in de Rode Lijst Vaatplanten in de categorie «zeer zeldzaam» en «sterk in aantal afgenomen». De blaasvaren valt onder de beschermde soorten van de Flora- en faunawet.
Zie antwoord vraag 2.
Aanvankelijk ging het om 115 niet meer in gebruik zijnde legertrucks waaronder onder meer blaasvarens groeiden. Het ministerie van Defensie heeft voor deze varens een projectplan opgesteld. Op basis hiervan is voor verplanten van de varens een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet verleend. Inmiddels is een deel van de varens verplant en is het merendeel van de legertrucks niet meer op het terrein aanwezig. Met het ministerie van Defensie is de afspraak gemaakt dat, voordat de laatste varens worden verwijderd, eerst het projectplan wordt geëvalueerd. Die evaluatie vindt medio september plaats. Na ontvangst van de evaluatie zal in overleg met het ministerie van Defensie worden besloten hoe om te gaan met de nog resterende populatie. Van belang in dat verband is in hoeverre naar elders verplante varens levensvatbaar zijn gebleken. Daarna zouden de laatste vrachtauto’s kunnen worden weggehaald en is het terrein weer als parkeerplaats te gebruiken zonder beperkingen.
Nee.
Nee.
De door de leden Knops en Koopmans (beiden CDA) en Bosman en Ten Broeke (beiden VVD) aan mij gestelde vragen over respectievelijk het bericht «Varen houdt nog twaalf legertrucks Soesterberg vast» en het bericht dat legertrucks al twee jaar vaststaan door plantjes, kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat er nog verdere afstemming moet plaatsvinden met het ministerie van Defensie.