Ingediend | 2 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 19 mei 2011 (na 17 dagen) |
Indiener | Anne-Wil Lucas-Smeerdijk (VVD) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid verkeer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09313.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2572.html |
Ik ben bekend met het feit dat bij een defecte Studenten OV-chipkaart de kosten van losse vervoerbewijzen voorgeschoten dienen te worden. Dit was in de tijd van de papieren OV-studentenkaart ook het geval. Overigens geldt voor overige reizigers hetzelfde.
Met de vervoerbedrijven zijn vorig jaar de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot de vervanging van OV-chipkaarten en de dienstverlening aan studenten:
De periode waarin studenten hun reiskosten moeten voorschieten is dus beperkt tot maximaal drie weken. De ingediende declaraties worden door het OV conform de gemaakte afspraken afgehandeld. Ik zie daarop toe.
Van alle in de maand maart 2011 geproduceerde vervangende kaarten was de reden voor aanvraag ervan in ruim 50% van de gevallen verlies of diefstal van de oude kaart. In ruim 30% van de gevallen bleek de student zelf verantwoordelijk te zijn voor het ontstaan van het defect. Er is vastgesteld dat bij studenten meer dan twee keer zo vaak sprake is van verlies of diefstal en van verwijtbare defecten dan bij overige reizigers, terwijl de kaarten in technische zin helemaal hetzelfde zijn. Studenten kunnen defecte kaarten deels voorkomen door er voorzichtiger mee om te gaan.
In de afgelopen weken is nagenoeg geen klacht ontvangen over de afhandeling van declaraties. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het declaratieproces goed werkt.
Zie het antwoord op vraag 1.
Studenten moeten over een OV-chipkaart beschikken om van alle vormen van openbaar vervoer gebruik te kunnen maken, bijvoorbeeld om toegangspoortjes naar de metro te kunnen openen. In de nabije toekomst zal het gebruik van een OV-chipkaart noodzakelijk zijn, omdat de strippenkaart verdwijnt en er voor toegang tot het OV moet worden in- en uitgecheckt. Het verstrekken van een brief door DUO is dan ook geen alternatief.
Nog afgezien hiervan, zou het sturen van een brief door DUO aan studenten geen tijdwinst opleveren vanwege de noodzakelijke verificatieprocessen. DUO zal voor defect gemelde kaarten bijvoorbeeld eerst bij het OV moeten nagaan of de kaarten daadwerkelijk defect zijn. Het inrichten van een nieuw proces rond het reisproduct voor studenten zou de uitvoeringspraktijk complexer en daardoor ook duurder maken.
De introductie van brieven die dienst doen als tijdelijke vervoerbewijzen zou bovendien misbruik in de hand kunnen werken.
Ik acht het niet wenselijk af te wijken van het huidige regime waar het gaat om de productie van vervangende kaarten.