Ingediend | 18 april 2011 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2011 (na 29 dagen) |
Indieners | Agnes Wolbert (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z08185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2526.html |
Ik ken het bericht «Dementie zorg vergt betere opleiding».
Neen. Een oorzakelijk verband is mij niet bekend. Kleinschaligheid vergt wel zorgvuldige inzet van verpleegkundigen, omdat deze anders is dan bij grootschalige gebouwen. Mogelijk leidt het genoemde promotieonderzoek tot nieuw inzicht.
De onderzoeken van het Trimbos-instituut die ik tot nu toe ken, geven aan dat bewoners in een kleinschalige woonomgeving beter af zijn. Werken in een kleinschalige woonvorm heeft positieve effecten op het welzijn van verzorgenden, omdat zij daar lagere werkeisen, meer autonomie en meer sociale steun ervaren. Dit zijn de uitkomsten uit het promotieonderzoek van Selma te Boekhorst van 21 januari 2011. De onderzoeker constateert dat de toekomstige verpleeghuiszorg voor mensen met dementie wellicht moet bestaan uit het beste dat zowel kleinschalig wonen als traditionele verpleeghuizen te bieden hebben.
In 2006 is vastgesteld dat het merendeel van het personeel in de kleinschalige woonvormen het opleidingsniveau 3 heeft (74%). Er is een hoger percentage medewerkers van niveau 5 dan in de traditionele zorgvormen.
Een verband tussen besparingen en het verslechteren van het opleidingsniveau van medewerkers in zorginstellingen is mij niet bekend. Momenteel is, mede vanuit een vraag van de Tweede Kamer, een onderzoek gaande naar het opleidingsniveau van zorgpersoneel en de kwaliteit van zorgverlening in verzorgings- en verpleeghuizen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Nivel in opdracht van het ministerie van VWS en de IGZ. Naar verwachting zijn de resultaten van het onderzoek eind 2011 bekend. Ik zal u daarover informeren.
Dit kabinet investeert extra in de kwaliteit van de langdurige zorg. Deze extra investeringen zijn ook noodzakelijk om te verzekeren dat ook in de toekomst de zorg van goede kwaliteit blijft. De uitdagingen waar de sector voor staat zijn namelijk divers. Ik doel hierbij op een krapper wordende arbeidsmarkt, complexer wordende zorgvragen van cliënten, maar ook ontwikkelingen op het terrein van het goed kunnen organiseren van kleinschalige zorg. Door het mogelijk te maken dat er extra personeel kan worden opgeleid en aangenomen wordt de sector in staat gesteld om goed met deze uitdagingen om te gaan.
Ik deel de mening dat de interactie tussen personeel en bewoners van een zorginstelling belangrijk is. Ik kan daarbij ook erkennen dat het personeel, zeker bij dementiezorg, goed toegerust moet zijn om die interactie goed te laten verlopen.
Zoals aangegeven investeert dit kabinet fors in de langdurige zorg door het mogelijk te maken dat er extra personeel kan worden aangenomen en opgeleid. Een deel van deze extra investeringen zal ook ten goede komen aan personeel dat werkt, of zal gaan werken, in instellingen waarbij kleinschalige zorg zal worden geboden voor mensen met dementie.