Ingediend | 7 april 2011 |
---|---|
Beantwoord | 20 mei 2011 (na 43 dagen) |
Indiener | Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z07336.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2584.html |
Ja.
Ja, in een beperkt aantal gevallen wordt aan vreemdelingen die Nederland dienen te verlaten een financiële bijdrage geboden.
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) is opgericht in 2007 en biedt sindsdien voor zover noodzakelijk in voorkomende individuele gevallen aan vreemdelingen een financiële bijdrage ter ondersteuning van het vertrek uit Nederland.
In 2010 is aan circa 140 vreemdelingen een financiële bijdrage verstrekt.
De gemiddelde bijdrage die vanaf de start in 2007 tot en met 31 maart 2011 is verstrekt bedraagt circa € 840,- per persoon.
In de rijksbegroting zijn middelen toegekend aan DT&V (zie ook antwoord op vraag 7) voor de uitvoering van het terugkeerbeleid. Hiertoe behoren ook de middelen die nodig zijn om in specifieke gevallen financiële belemmeringen voor terugkeer weg te nemen. De middelen maken deel uit van het totale budget dat DT&V heeft om de terugkeer te realiseren en zijn niet speciaal geoormerkt.
De begroting voor Vreemdelingen is terug te vinden in artikel 15 van de begroting van het Ministerie van Justitie2. Ook het terugkeerbeleid is op dit artikel terug te vinden. De middelen voor de DT&V staan vermeld onder artikel 15.3.5. De middelen voor de DT&V zijn bestemd voor de uitvoering van het terugkeerbeleid. Hiertoe behoort ook het in specifieke gevallen wegnemen van financiële belemmering voor terugkeer. Overigens zal de begroting voor Vreemdelingen per 2012 in de BZK-begroting terug te vinden zijn in artikel 4.
Het gemiddelde bedrag van circa € 840,- dat door de DT&V wordt verstrekt, is aanzienlijk lager dan de bijdrage die door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in veel gevallen aan ex-asielzoekers kan worden aangeboden. De IOM kan, afhankelijk van persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling en het moment waarop de vreemdeling besluit gebruik te maken van de IOM-ondersteuning, een financiële ondersteuning bieden van € 1 750,- per volwassene of alleenstaande minderjarige vreemdeling en € 880,- per kind dat deel uit maakt van het gezin.
De DT&V maakt onderdeel uit van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het departement is bekend met de werkwijze van de DT&V ten aanzien van het in specifieke gevallen verstrekken van een financiële bijdrage aan vreemdelingen die Nederland dienen te verlaten.
Tijdens de uitvoering van het vertrektraject wordt de vreemdeling op diverse manieren bewogen tot zelfstandig vertrek. De DT&V voert vertrekgesprekken met de vreemdeling. In deze gesprekken worden belemmeringen en mogelijkheden om tot vertrek te komen geïnventariseerd en wordt de mogelijkheid om gebruik te maken van bepaalde faciliteiten besproken. Hoewel wordt ingezet op zelfstandig vertrek wordt indien het belang van de openbare orde dit vordert (bijvoorbeeld bij aanwijzingen dat de vreemdeling zich zal onttrekken aan toezicht), direct overgegaan tot vrijheidsontneming ingevolge artikel 59 Vreemdelingenwet 2000.
De effectiviteit van de activiteiten die de DT&V in het kader van het bevorderen van het zelfstandige vertrek uitvoert, kan niet worden beoordeeld zonder ook de andere omstandigheden in een zaak daarbij te betrekken. Alle activiteiten die in het kader van het zelfstandige dan wel gedwongen vertrek van de vreemdeling worden ondernomen, worden immers in de vorm van maatwerk op elke specifieke zaak afgestemd.
De DT&V maakt alvorens over te gaan tot de verstrekking van een financiële bijdrage een zorgvuldige afweging van de in het geding zijnde belangen. Een financiële bijdrage wordt niet standaard aangeboden, zodat hieromtrent, noch omtrent de hoogte ervan, op voorhand zekerheid bestaat bij de vreemdeling. Tevens wordt de vreemdeling meegegeven dat hem slechts éénmaal een dergelijke ondersteuning wordt verstrekt. Daarnaast is bij een eventuele terugkeer naar Nederland de vreemdeling reeds bekend en kan hij worden teruggestuurd naar het land van herkomst.
Alle vreemdelingen uit de doelgroep van de DT&V kunnen in beginsel in aanmerking komen voor de genoemde financiele bijdrage. De financiële bijdrage dient om eventuele belemmeringen bij het vertrek weg te nemen. Deze belemmeringen kunnen zowel op het gebied van het feitelijke vertrek uit Nederland als op een nieuwe start in het land van herkomst betrekking hebben. Voor het overige verwijs ik u naar het antwoord op vraag 10.
Nee. Op grond van artikel 6.1 Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb2000) is de minister bevoegd om, bij uitoefening van zijn bevoegdheid tot uitzetting als bedoeld in artikel 63, tweede lid, Vreemdelingenwet, alle daartoe benodigde handelingen te verrichten. De DT&V is als taakorganisatie belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving ter zake vertrek en uitzetting. Bij het uitvoeren van deze taak staat het stimuleren van het zelfstandig vertrek voorop. Zo nodig bereidt de DT&V het gedwongen vertrek van de vreemdeling uit Nederland voor. De DT&V kan daarbij maatwerk leveren ten aanzien van financiële knelpunten die het vertrek van de vreemdeling belemmeren. De DT&V maakt, voorafgaand aan het toekennen van een financiële bijdrage, in alle gevallen een zorgvuldige afweging van de in het geding zijnde belangen.
Vooropgesteld wordt dat ten aanzien van ondersteuning bij vrijwillige terugkeer primair de assistentie van de Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland (IOM) van toepassing is. De IOM verleent daarbij ondersteuning, en in voorkomende gevallen ook een financiële ondersteuningsbijdrage bij terugkeer.
Zie antwoord vraag 14.
Zoals bij uw Kamer bekend, wordt momenteel de beoogde strafbaarstelling illegaliteit uitgewerkt. Ik ben voornemens om nog voor de zomer van dit jaar, in reactie op het onderzoek «de illegalenschatting» van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie, uw Kamer mijn aanpak van illegaal verblijf aan te bieden. Verschillende aspecten van de strafbaarstelling van illegaal verblijf worden meegenomen, waaronder deze vertrekmethode.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Fritsma (PVV) over het bericht dat aan illegale vreemdelingen geld wordt geboden om hen Nederland te doen verlaten, het lid Van Nieuwenhuizen (VVD) over het bericht dat illegale vreemdelingen geld wordt geboden om te vertrekken en het lid Schouw (D66) over geld bieden aan illegalen om Nederland te verlaten, die alle werden ingezonden op 7 april 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.