Ingediend | 8 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 6 april 2011 (na 29 dagen) |
Indiener | André Bosman (VVD) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | begroting bestuur de nederlandse antillen en aruba financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04633.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2110.html |
Ja, in de brief van 3 maart aan de RMR concludeert het Cft dat er naar het oordeel van het Cft geen sprake is van een sluitende begroting in de zin van de Rijkswet.
Ja.
Vlak voor de besprekingen tussen het Cft en Sint Maarten eind februari heeft Sint Maarten mij een brief gestuurd waarin het de positie van Sint Maarten in de besprekingen toelichtte. Toen in de tweede week van maart duidelijk werd dat Sint Maarten de afspraken met het Cft alsnog afwees heb ik Sint Maarten een antwoordbrief gestuurd waarin ik ondermeer concludeerde dat Sint Maarten nog geen vastgestelde begroting heeft voor 2011 en zich derhalve in een situatie bevindt waar artikel 14 van de Rijkswet van toepassing is. Aangezien Sint Maarten volgens lid 4 van datzelfde artikel vervolgens twee weken de tijd had om hierop een reactie te geven heb ik Sint Maarten in die brief gevraagd dat te doen zodat het standpunt van Sint Maarten meegenomen kon worden tijdens de bespreking van de situatie in de RMR van 1 april.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 1 van het lid Van Raak (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2109)
Het gaat er vooralsnog eerst om dat het pakket aan maatregelen wordt ingezet ten dienste van de begroting 2011. Indien gehanteerd zal dat bijdragen aan de totstandkoming van de begroting 2012.
Sint Maarten heeft in zijn brief van 11 maart aan het Cft en zijn brief van 30 maart aan mijn adres aangegeven een monitoringscommissie te willen instellen die de eigen ministerraad zal informeren over de voortgang in het proces om tot een structureel sluitende begroting te komen.
Ik ga af op het oordeel van het Cft. Het is van belang uit te gaan van een actuele, prudente en goed-onderbouwde groeiprognose en financiële reserves kunnen alleen worden ingezet om tijdelijke gaten te vullen als er geen verplichtingen tegenover staan. Inkomstenramingen dienen altijd gebaseerd te zijn op onder andere de laatst bekend zijnde economische groeiprognose. Daarbij heeft het Cft bij de berekening de groeiprognose gebruikt zoals die begin dit jaar door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is gepubliceerd.
Zoals ik in het antwoord op de eerste vraag van het lid van Raak heb aangegeven is het nu zaak dat het Cft voldoende inzicht krijgt in de vermogenspositie van zowel de overheid van Sint Maarten als ook de aan haar gelieerde overheidsNV’s en –stichtingen, ten einde te kunnen bepalen in hoeverre er daadwerkelijk sprake is van reserves. De MP van Sint Maarten heeft mij aangegeven deze informatie aan het Cft te zullen geven. Pas dan kan het Cft een gewogen oordeel geven, waarop ik mij verder zal baseren. Ik zou dus op dit moment niet willen spreken van onbehoorlijk bestuur.
Zie het antwoord op de 1e vraag van het lid van Raak en het antwoord op uw vraag 7.
Zie het antwoord op de 1e vraag van het lid van Raak en het antwoord op uw vraag 7.
Aangezien het kabinet van Sint Maarten niet instemt met het afgesproken pakket maatregelen is deze vraag achterhaald.
Zie het antwoord op de 2e vraag van het lid van Raak.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Bosman over het afkeuren van de begroting van Sint Maarten, ingezonden op 8 maart 2011 de schriftelijke vragen van het lid Van Raak over de kritiek van de regering van Sint Maarten op het financiële toezicht, die werden ingezonden op 8 maart 2011, en de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Recourt over de financiële problemen op Sint Maarten, ingezonden op 11 maart 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de termijn van drie weken te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat op 1 april 2011 de Rijksministerraad over dit onderwerp spreekt, waardoor mijn antwoord volledig kan zijn na 1 april.