Ingediend | 4 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 29 maart 2011 (na 25 dagen) |
Indiener | Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | huisvesting organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04449.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2009.html |
Ja. Overigens heeft de rechter niet geoordeeld dat sprake was van een ontbrekende belangenafweging. De rechter heeft geoordeeld dat uit het door politie en Openbaar Ministerie ingestelde onderzoek niet voldoende aannemelijk was geworden dat in dit geval sprake was van een redelijke verdenking van overtreding van artikel 138a Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de rechtmatigheid van de voorgenomen ontruiming niet is komen vast te staan en heeft daarom de strafrechtelijke ontruiming verboden. Naar het oordeel van de rechtbank had de officier van justitie in de betreffende zaak geen deugdelijk onderzoek gedaan naar de vraag of de eigenaar van het pand toestemming had gegeven aan de krakers om het pand te bewonen. De rechtbank overweegt dat de krakers zouden hebben gesteld dat zij toestemming hadden van de eigenaar om het pand te gebruiken.
Na de uitspraak van de rechtbank is nogmaals navraag gedaan en is wederom gebleken dat de eigenaar van het pand – de gemeente Utrecht – geen toestemming heeft gegeven om het pand te bewonen. Ook de krakers zelf hebben naar aanleiding van een persbericht van de rechtbank weersproken dat ze toestemming van de gemeente Utrecht hadden om in het pand te wonen.
Om proceseconomische redenen zal de Staat geen hoger beroep instellen, maar zal opnieuw tot aankondiging van de ontruiming van het betreffende pand worden overgegaan.
Nee, ik verwijs naar mijn antwoord op vragen 1 en 2.
Zie antwoord vraag 3.