Ingediend | 18 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2011 (na 42 dagen) |
Indieners | Roos Vermeij (PvdA), Pierre Heijnen (PvdA) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z03490.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2045.html |
Ja.
Het kabinet zet in op een hardere aanpak van fraude met uitkeringen. Daarvoor is het mede van belang dat de administraties van de overheid betrouwbaar zijn, ook de GBA. Het is van belang dat bestuursorganen in de uitvoering van hun wettelijke taken bij gerede twijfel over de juistheid van een gegeven in de GBA dit terugmelden aan de desbetreffende gemeente. Het UWV gebruikt de GBA in het proces van uitkeringsverstrekking. Als daarbij gerede twijfel ontstaat over de juistheid van een GBA-gegeven dan meldt het UWV dit elektronisch terug aan de Terugmeldvoorziening (TMV) van de GBA via Digimelding. Hiermee voldoet het UWV aan alle eisen die de invoering van de basisregistratie personen aan bestuursorganen stelt. Zolang het gaat om vanuit de loonaangifte in de polisadministratie opgeslagen adresgegevens die (nog) niet in de primaire processen van de uitvoeringsorganisaties worden gebruikt, kan geen sprake zijn van gerede twijfel en is er inderdaad geen wettelijke basis voor terugmelding of verschillenanalyse.
In het belang van kwaliteitsverbetering van de GBA waardeer ik het dat de gemeente Amsterdam en het UWV een eerste verkenning hebben uitgevoerd naar de vergelijking van de GBA met de polisadministratie om te bezien of hiermee aanvullend bijgedragen kan worden aan kwaliteitsverbetering. Uit gegevens van het UWV blijkt dat van het totaal van circa 580 000 vergeleken adressen 540 000 adresgegevens in de polisadministratie overeenkwamen met de adresgegevens in de GBA. Adressen in de polisadministratie kunnen afwijken van adressen in de GBA, omdat de werknemer niet verplicht is het GBA-adres aan de werkgever door te geven. Een werknemer kan bijvoorbeeld ook een verblijfsadres opgeven. Het UWV heeft 35 000 te verklaren verschillen onderkend. Deze verschillen worden in hoofdzaak veroorzaakt door invoerfouten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het omdraaien van de cijfers van het huisnummer of het omdraaien van letters en cijfers van de postcode. Voorts geldt ten aanzien van deze verschillen dat adreswijzigingen niet in alle gevallen tijdig door de burger zijn doorgegeven of nog niet zijn verwerkt. Het UWV heeft aangegeven dat 5000 adressen nadere analyse behoeven ter verklaring van de geconstateerde verschillen. Het hoeft daarbij niet, zoals gesuggereerd, om fraude of onjuiste inschrijving in de GBA te gaan, zelfs niet om uitkeringsgerechtigden.
De Minister van SZW zal de gemeente Amsterdam in het kader van fraudebestrijding vragen een plan van aanpak op te stellen voor nader onderzoek van de 5 000 adressen en het College bescherming persoonsgegevens hierbij te betrekken. Op basis daarvan zal de Minister van SZW het UWV vragen de 5000 adresgegevens voor dit onderzoek eenmalig aan de gemeente Amsterdam ter beschikking te stellen. Op basis van de uitkomsten wordt dan bezien of en op welke wijze een efficiënte en effectieve gegevensuitwisseling vorm kan krijgen en bijdraagt aan fraudebestrijding.
Zie antwoord vraag 2.
Het UWV meldt terug bij gerede twijfel en de gemeente onderzoekt het betreffende GBA-gegeven en kan indien nodig ambtshalve het GBA-gegeven wijzigen. Er is derhalve geen sprake van tegenstrijdige wetgeving. Er is wel sprake van een taak- en verantwoordelijkheidsverdeling.
Uit de praktijk blijkt dat bestuursorganen invulling geven aan hun terugmeldplicht. In 2010 waren er in totaal 26 137 terugmeldingen en in 2011 waren er tot en met 22 februari 3449 terugmeldingen. Het gemiddeld aantal terugmeldingen per maand bedraagt 2000. Ook de Belastingdienst en de RDW dragen hier volop aan bij. Zoals eerder aangegeven meldt ook het UWV terug aan de GBA in het proces van uitkeringsverstrekking.
Op dit moment kunnen 611 gemeenten en andere afnemers van de GBA elektronisch terugmelden via de TMV. Nog steeds sluiten meer bestuursorganen aan op de TMV. Uit de Momentopname Kwaliteit GBA 2010 blijkt verder dat het percentage correcte registraties in de GBA 94,5% bedraagt.
Ik zal in de komende periode het actieplan Kwaliteit GBA – zoals dat in juni 2008 is gelanceerd – evalueren. Onderdeel van deze evaluatie is dat in nauwe samenwerking met VNG, NVVB, gemeenten en andere afnemers wordt vastgesteld wat het actieplan aan resultaten heeft opgeleverd. Onderdeel van de evaluatie is ook de stand van de invoering van de GBA als basisregistratie en de betrouwbaarheid daarvan. Ik zal uw Kamer uiterlijk december 2011 over de uitkomsten van de evaluatie en eventuele vervolgstappen informeren.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Koopmans (CDA), kenmerk 2011Z03501, en van de leden Heijnen en Vermeij (beide PvdA), kenmerk 2001Z03490, over de kwaliteit van inschrijvingen in de gemeentelijke basisadministratie en ingezonden op 18 februari 2011, deel ik u mede dat het niet mogelijk is de vragen binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden. De afstemming met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de antwoorden neemt meer tijd in beslag. U kunt de antwoorden tegemoet zien zodra de afstemming is afgerond, uiterlijk 31 maart 2011.