Ingediend | 11 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2011 (na 49 dagen) |
Indieners | Joël Voordewind (CU), Kees van der Staaij (SGP), Hans Spekman (PvdA), Raymond Knops (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | migratie en integratie tijdelijk verblijf |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02794.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2079.html |
In 2010 zijn er ongeveer 35 aanvragen van vreemdelingen met de Egyptische nationaliteit niet ingewilligd. Dit was ongeveer 72% van het totaal in 2010 behandelde aanvragen van vreemdelingen met de Egyptische nationaliteit. In 2011 zijn er tot en met februari ongeveer 15 aanvragen, ca. 93% van het totaal aantal behandelde aanvragen, niet ingewilligd. Op basis van deze indicatieve cijfers kan niet worden geconcludeerd dat dit ook het daadwerkelijke aantal Egyptische ex-asielzoekers betreft die Nederland daadwerkelijk moest verlaten. Daartoe zou een uitgebreide analyse op dossierniveau moeten plaatsvinden waarbij ook eventuele vervolgprocedures in beeld worden gebracht wat binnen dit korte tijdsbestek niet mogelijk is.
In Egypte doen zich reeds geruime tijd intra-religieuze spanningen voor. Hierbij zijn ook slachtoffers gevallen. Dit betreur ik ten zeerste.
Deze incidenten leiden evenwel niet tot de conclusie dat elke Koptische christen bij terugkeer het gevaar loopt op een schending van het Vluchtelingenverdrag of van het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden. Een individuele beoordeling van de noodzaak aan bescherming van Koptische christenen uit Egypte die een asielaanvraag indienen, blijft dus het uitgangspunt. Indien na een zorgvuldige asielprocedure is vastgesteld dat bescherming niet noodzakelijk is, is terugkeer aan de orde. Dit heb ik uw Kamer ook mondeling toegelicht bij de beantwoording van de mondelinge kamervragen van het lid van der Staaij (SGP) op 8 februari jl.
De regering volgt de huidige ontwikkelingen in Egypte nauwgezet. Er bestaat dan ook geen aanleiding om de minister van Buitenlandse Zaken te vragen een apart algemeen ambtsbericht over de situatie in Egypte op te stellen.
Elke asielaanvraag wordt beoordeeld in het kader van een zorgvuldige asielprocedure met de mogelijkheid van een rechterlijke toets. Deze individuele beoordeling vindt plaats tegen de achtergrond van de actuele situatie en ontwikkelingen in het land van herkomst. De huidige situatie in Egypte vormt geen aanleiding om de terugkeer naar Egypte op te schorten. Na de massale demonstraties, die soms gepaard gingen met gewelddadigheden, in Caïro en andere steden van het land en het aftreden van president Mubarak, is het momenteel rustiger geworden. Er zijn situaties denkbaar waarin, nadat de aanvraag onherroepelijk is afgewezen en de vreemdeling Nederland dient te verlaten, de situatie in het land van herkomst zodanig wijzigt dat onzeker is of daar naartoe kan worden uitgezet. In een dergelijke situatie kan een vertrekmoratorium worden ingesteld. Op dit moment is dat voor Egypte echter niet het geval.
Zie antwoord vraag 4.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de Van der Staaij (SGP), Knops (CDA), Voordewind (CU) en Spekman (PvdA) over Egyptische asielzoekers, die werden ingezonden op 11 februari 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.