Ingediend | 24 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 maart 2011 (na 66 dagen) |
Indiener | Hero Brinkman (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur gemeenten openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z01185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2030.html |
Ja.
Er is geen besluit dan wel voornemen van het korps Fryslân om agenten te verhuren aan gemeenten. Het korps heeft de mogelijkheden verkend om bovenformatief personeel te detacheren. Het verhuren van politieagenten aan gemeenten vind ik onwenselijk. De financiering van de politie is een verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. De intensivering uit het regeerakkoord van € 300 miljoen oplopend tot € 370 miljoen in 2015, die dit Kabinet in het regeerakkoord heeft vastgelegd zorgt er voor dat de operationele sterkte bij de politie van 49 500 betaalbaar is en blijft. Er hoeven dan ook geen agenten uit de operationele sterkte om budgettaire redenen ontslagen te worden. Inmiddels heb ik op 24 maart een brief over de herijking van het budgetverdeelsysteem aan de Kamer gezonden, waarin staat hoe de intensivering wordt ingezet en hoe de betere verdeling van de politie over Nederland zijn beslag krijgt.
Neen, ik ben niet van mening dat er via de achterdeur een soort gemeentepolitie wordt gecreëerd. Toezicht en handhaving door gemeenten zijn duidelijk onderscheiden van de taken van de politie. Gemeenten mogen en kunnen wel buitengewone opsporingsambtenaren aanstellen, maar zij mogen geen politiecapaciteit inhuren. De politie wordt uitsluitend bekostigd door de Rijksoverheid en aangestuurd op grond van de Politiewet. Er mag en zal geen (schijn van) nieuwe gemeentepolitie ontstaan. De huidige politiewet en het wetsontwerp nationale politie, laat hiervoor dan ook geen enkele ruimte.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Brinkman (PVV) en het lid Van Raak (SP) over inhuur van Friese agenten, ingezonden op respectievelijk 24 en 25 januari 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat meer tijd nodig is voor de afstemming met samenhangende dossiers. De beantwoording zal plaatsvinden zodra de afstemming heeft plaatsgevonden.