Ingediend | 7 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 7 februari 2011 (na 31 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | landbouw voeding voedselkwaliteit zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00124.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1331.html |
Ja.
Ja, via het RASFF-systeem (het snelle waarschuwingssysteem van de Europese Commissie) is Nederland op dinsdag 4 januari 2011 geïnformeerd over twee partijen eieren die op 4 en 15 december aan een bedrijf in Barneveld zijn geleverd.
In het RASFF-bericht is door Duitsland niet aangegeven of de eieren daadwerkelijk gecontamineerd zijn met dioxine, maar wel dat ze van een leghennenbedrijf komen dat mogelijk verontreinigd diervoeder heeft gehad. Door de nVWA en
het CPE zijn de betreffende partijen getraceerd.
Het betreft twee partijen uit Duitsland afkomstige eieren (136 000 stuks) die ten behoeve van de levensmiddelenindustrie geleverd zijn aan een Nederlands bedrijf. Deze eieren zijn allen verwerkt tot een tussenproduct en in opdracht van de nVWA getraceerd. Een groot deel hiervan (ca. 65%) is geleverd aan een andere Europese lidstaat. De Europese Commissie heeft de betreffende autoriteiten hierover geïnformeerd.
Een ander deel (ca. 25%) is geblokkeerd en onderzocht. Een klein deel (ca. 10%) was inmiddels verwerkt in levensmiddelen (denk hierbij bijvoorbeeld aan sauzen en bakkerijproducten), die in de voedselketen terecht zijn gekomen.
Uit onderzoek van het tussenproduct, waarin de Duitse eieren zijn verwerkt, is gebleken dat deze ruim onder de maximaal toelaatbare dioxine norm zitten. De desbetreffende partijen zijn daarom inmiddels weer vrijgegeven.
Zie vraag 2.
Nederland wordt door de Duitse autoriteiten dagelijks op de hoogte gehouden van de stand van zaken in Duitsland. Tot nu toe zijn er geen berichten uit Duitsland dat er besmet vlees, eieren (behoudens de hierboven vermelde twee partijen eieren) of diervoeders aan Nederland zijn geleverd. De Duitse autoriteiten inventariseren de diverse leveringen van diervoeders en dierlijke producten. Mocht uit deze inventarisatie alsnog leveringen aan Nederland (of andere lidstaten) blijken, dan wordt dit via het RASFF-systeem gemeld. De nVWA zal dan direct de betreffende partijen traceren en nadere maatregelen nemen.
Een positieflijst voor toegestane veevoedergrondstoffen geeft geen garantie dat zich géén contaminatie voordoet met een ongewenste stof. Een positieflijst kan namelijk niet voorkomen dat er zich bijvoorbeeld een productiefout voordoet waardoor ongewenste stoffen in een grondstof terecht komen.
Binnenkort zal een herziene catalogus worden opgenomen in de Europese marktverordening voor diervoeders (nr. 767/2009). Deze catalogus is de meest actuele weergave van voedermiddelen zoals deze op de markt verschijnen.
Deze catalogus is door de experts van alle 27 landen van de EU goedgekeurd.
Daarnaast geldt er een zogenaamd registratiesysteem in Europa. Wanneer bedrijven nieuwe voedermiddelen op de markt brengen moeten zij deze in dit centrale Europese registratiesysteem opgeven. Op deze wijze is te allen tijde duidelijk welke grondstoffen op de markt circuleren. Het invoeren van een positieflijst in Nederland zou bovendien niet passen in de regels van de interne markt.
Technische vetten mogen op dit moment al niet worden aangewend voor de productie van diervoeders. Een positieflijst waarop dergelijke vetten niet staan vermeld voegt daarom naar mijn mening niets toe.
Ik deel uw mening dat traceerbaarheid cruciaal is om de herkomst en bestemming van levensmiddelen/diervoeders in een vroeg stadium op te sporen. Met deze informatie kunnen onveilig gebleken levensmiddelen dan ook snel uit de handel worden gehaald. Op basis van de Algemene Levensmiddelenverordening is deze traceerbaarheid voor levensmiddelen al wettelijk verplicht voor producenten en is het op dit moment al mogelijk om levensmiddelen/diervoeders te traceren.
Ik zie dan ook op dit moment geen aanleiding voor verdere maatregelen voor wat betreft de traceerbaarheid van levensmiddelen/diervoeders.