Ingediend | 4 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2011 (na 16 dagen) |
Indiener | Manja Smits |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00034.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1135.html |
Ja, ik ben op de hoogte van de integratieklas «De blauwe bloem». Augustus 2005 is dit experiment van start gegaan. Op basis van de resultaten van een evaluatie van «De blauwe bloem» en een positief advies van de inspectie is het experiment medio 2010 met 5 jaar verlengd.
Bij de beantwoording van deze vraag moet een onderscheid gemaakt worden tussen cluster 3 en cluster 4. Cluster 4 leerlingen zijn in de regel in staat om voortgezet onderwijs te volgen leidend tot een een diploma. Landelijk zijn er meer voorbeelden van integratieklassen voor bijvoorbeeld leerlingen met autisme. Bij de integratieklas «De Blauwe bloem» gaat het om zeer moeilijk lerende kinderen uit cluster 3. Deze leerlingen voldoen niet aan de toelatingsvoorwaarden uit het Inrichtingsbesluit omdat zij niet in staat zijn een regulier diploma voortgezet onderwijs te behalen. Daarom moet ook de Experimentenwet toegepast worden. Toepassing van deze wet kan alleen op verzoek van het bevoegd gezag van een school. Zeker bij een experiment als «De blauwe bloem» moeten school en bevoegd gezag hier voluit achter staan. Het is de eigen verantwoordelijkheid van school en bestuur om al dan niet een aanvraag voor een experimentele integratieklas in te dienen.
Bij passend onderwijs wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wens van de ouders en de capaciteiten van de school. Leerlingen met een zeer moeilijk lerend indicatie behoren niet tot de reguliere doelgroep van het voortgezet onderwijs. Daarom is een integratieklas voor deze leerlingen alleen mogelijk wanneer het schoolbestuur daar zelf voor wil kiezen.
Ja, ik ben op de hoogte van het initiatief van ouders in de omgeving van Rotterdam.
Uiteraard kunnen ouders zelf het initiatief nemen om schoolbesturen te benaderen met de vraag of zij bereid zijn om een integratieklas op te zetten. Schoolbesturen kunnen er echter niet toe gedwongen worden.
Het opzetten van een integratieklas behoort niet tot de kerntaken van een reguliere school voor voortgezet onderwijs.
Voor ouders staan er dus verder geen stappen open als er uiteindelijk geen schoolbesturen zijn die een dergelijke klas willen opzetten.
Wel heb ik in de regio Rotterdam het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs gevraagd te helpen bij het zoeken naar een school die een integratieklas zou willen starten. Ik blijf de ontwikkelingen in de regio Rotterdam volgen.