Ingediend | 24 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 1 februari 2011 (na 39 dagen) |
Indiener | Han ten Broeke (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | economie europese zaken handel internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z20164.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1260.html |
Ja.
Ja, het Frans-Duitse standpunt is mij bekend. Tijdens gesprekken van mij en andere leden van het kabinet met collega’s uit Duitsland en Frankrijk is de toetreding door Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone verschillende malen aan de orde geweest.
Het kabinet zal bij de beoordeling van de gereedheid van Bulgarije en Roemenië voor toetreding tot Schengen de rapportages van de Europese Commissie over de voortgang van beide landen in het kader van het Coöperatie en verificatie mechanisme (CVM) betrekken. Dit is de Tweede Kamer ook op 8 december 2010 in antwoord op Kamervragen (2010Z16738) over de toetreding tot Schengen door Bulgarije en Roemenië medegedeeld.
Ja. In de kabinetsappreciatie van het rapport van de Commissie, die de Tweede Kamer op 1 september 2010 is toegegaan, is gesteld dat Nederland met de Commissie van mening is dat het CVM de Europese Unie en de lidstaten, in het bijzonder Bulgarije en Roemenië, ten dele gebracht heeft waarop werd gehoopt bij de instelling van het mechanisme en dat het kabinet teleurgesteld is over de beperkte resultaten tot nog toe.
In februari zal de Commissie een interim-rapport publiceren in het kader van het CVM over de feitelijke stand van zaken in Bulgarije en Roemenië en in juli 2011 een nieuw rapport, inclusief een appreciatie.
Duitsland en Frankrijk hebben het juiste signaal afgegeven aan de EU in brede zin en aan Bulgarije en Roemenië in het bijzonder en Nederland sluit zich daar graag bij aan. Het is nog te vroeg voor Bulgarije en Roemenië om toe te treden tot de Schengenzone.