Ingediend | 21 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 2 februari 2011 (na 43 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z20023.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1273.html |
Op artikel 53, eerste lid, onderdeel g, van de Flora- en faunawet is voor de genoemde soorten een uitzondering opgenomen in artikel 15, vierde lid, van het Jachtbesluit. Ik verwijs verder naar de eerdere beantwoording van Kamervragen, 24-12-2009, over dit onderwerp (kenmerk NLP.2009–2701).
Zie antwoord vraag 1.
Nee. Onder de in het Jachtbesluit genoemde voorwaarden, is de bescherming voldoende gewaarborgd.
De Flora- en faunawet voorziet niet in de mogelijkheid dat een bewindspersoon tussentijds de jacht sluit. Deze bevoegdheid is neergelegd bij gedeputeerde staten. Ik verwijs graag naar de eerdere beantwoording van Kamervragen over dit onderwerp (Kenmerk NLP.2009–2701).
Nee, zie het antwoord op vraag 1 en 2. Daarnaast heeft de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging haar leden opgeroepen om terughoudend te zijn met de jacht, vanwege de winterse omstandigheden.
Nee, in het afgelopen jaar zijn er geen metingen verricht in het kader van netwerk ecologische monitoring. De haas is een algemeen voorkomende soort in Nederland en veroorzaakt schade aan landbouw- en tuinbouwgewassen. Daarom zie ik geen reden om de haas niet meer als bejaagbare soort te beschouwen. Zie tevens de eerdere beantwoording van Kamervragen over dit onderwerp (TK, Handelingen, 2008–2009, nr. 697).