Ingediend | 16 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2011 (na 106 dagen) |
Indieners | Richard de Mos (PVV), Willie Dille (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid verkeer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19733.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2075.html |
Ja.
Ik herken mij niet in het beeld dat de vraag oproept. Deze algemene conclusie kan men (op basis van dit onderzoek) niet trekken.
Ik ben bekend met het feit dat in het onderzoek van FNV Bondgenoten naar de tevredenheid van reizigers voor de Regiotaxi en het Wmo-vervoer de reizigers als gemiddeld rapportcijfer een 5.4 gaven.
De ministeries van IenM, VWS en OCW streven naar een kwalitatief hoogwaardig contractvervoer. Hierbij wordt constructief samengewerkt met vervoerders, opdrachtgevers en organisaties die de belangen van cliënten vertegenwoordigen.
Ook FNV Bondgenoten en de ANBO maken deel uit van dit samenwerkingsverband.
In nauwe afstemming met de betrokken organisaties hebben I&M, VWS en OCW een 0-meting laten uitvoeren om de kwaliteit van de verschillende vormen van contractvervoer en de ontwikkeling daarvan te kunnen monitoren. Het betreft een integraal, onafhankelijk en methodologisch verantwoord onderzoek naar de door reizigers beleefde kwaliteit van alle vormen van contractvervoer.
Over de 0-meting bent u in 2010 geïnformeerd (TK 2009–2010, 31 521, nr. 46).
Doordat er voorts een consistente methode wordt gehanteerd, kunnen tevens conclusies worden getrokken over de ontwikkeling van de klanttevredenheid in het afgelopen jaar. Op basis van de 1-meting kan ik samen met OCW en IenM bepalen of de ingezette acties leiden tot de gewenste uitkomst of dat bijsturing noodzakelijk is.
FNV, FNV Bondgenoten en ANBO hebben er voor gekozen om los van de hiervoor genoemde 0- en 1-meting van «De kwaliteit in het contractvervoer» zelfstandig onderzoek te doen onder gebruikers van de Regiotaxi en WMO-vervoer. In het onderzoek wordt samenvattend geconcludeerd dat de gemiddelde klanttevredenheid beduidend lager ligt dan die van de eerder, in opdracht van I&M, VWS en OCW, uitgevoerde 0-meting. In het rapport van FNV, FNV Bondgenoten en ANBO wordt verantwoording afgelegd over de gekozen onderzoeksmethode. Hieruit wordt duidelijk dat het onderzoek «De Contractvervoermeter» niet als representatief kan worden aangemerkt. Er is dan ook geen aanleiding om de resultaten van beide onderzoeken te vergelijken.
Dit neemt niet weg dat een kwalitatief hoogwaardig contractvervoer, te monitoren door middel van de mate tevredenheid van de reizigers, onverminderd van belang blijft. Het gaat immers om een kwetsbare doelgroep waarvoor deze voorzieningen essentieel zijn om volwaardig mee te doen in de samenleving.
Dat geldt niet alleen voor de Regiotaxi en het Wmo-vervoer, maar ook voor het Zittend ziekenvervoer, AWBZ vervoer, Leerlingenvervoer en het Bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (Valys).
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 4.
Ja. Kosteneffectiviteit is en blijft een belangrijk uitgangspunt bij aanbestedingen. Er zijn daarnaast echter ook andere relevante criteria zoals veiligheid, betrouwbaarheid, comfort, punctualiteit klachtenafhandeling en ritduur.
Zie antwoord vraag 4.