Ingediend | 14 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 25 maart 2011 (na 101 dagen) |
Indieners | Brigitte van der Burg (VVD), Maarten Haverkamp (CDA), Pieter Omtzigt (CDA), Helma Neppérus (VVD) |
Beantwoord door | Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19390.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1974.html |
Ja.
Bij de wijziging van de ANBI-regeling in 2008 is in nauw overleg met de koepelorganisaties van de goede doelensector ervoor gekozen om alleen de naam en de vestigingsplaats van ANBI’s te vermelden op de website van de Belastingdienst. Ik ben bereid om in overleg met de koepelorganisaties opnieuw te bezien of uitbreiding met andere gegevens mogelijk is.
Voor de Nederlandse charitatieve instellingen geldt dat zij, naast de eisen die in de ANBI-regeling worden gesteld met betrekking tot de status van algemeen nut beogende instelling, dezelfde verplichtingen ten aan zien van openbaarmaking hebben als andere stichtingen en verenigingen. In het Verenigd Koninkrijk geldt dat «civil society»-organisaties open en transparant moeten zijn in het rapporteren over hun activiteiten en waar mogelijk moeten laten zien wat de meerwaarde is van hun programma's en diensten op sociaal en economisch gebied en op de leefomgeving.
In overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) wordt thans intensief gesproken over de Geefwet en de mogelijke invulling daarvan. Het Engelse systeem biedt daarbij interessant vergelijkingsmateriaal. De manier waarop goede doelen transparanter kunnen opereren maakt tevens nadrukkelijk deel uit van de verkenning. Ik ben dan ook bereid om met mijn collega’s van V&J en OCW het aspect van openbaarheid van de beoordeling van ANBI’s hierbij te betrekken.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij verzoek ik u mij uitstel te verlenen tot 15 maart 2011 voor de beantwoording van de Kamervragen van de leden Haverkamp en Omtzigt (beiden CDA) en Neppérus en Van der Burg (beiden VVD) over informatie over Nederlandse charitatieve instellingen. De reden van het uitstelverzoek is gelegen in de tijd benodigd voor interdepartementale afstemming.