Ingediend | 7 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 21 januari 2011 (na 45 dagen) |
Indieners | Jan van Bochove (SGP), Sadet Karabulut , Paulus Jansen , Jacques Monasch (PvdA), Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | huisvesting organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z18706.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1140.html |
Ja, op beide vragen.
Corporaties kunnen ter voorbereiding van een fusie verplichtingen aangaan, al is het wijs om daarbij zo nodig een voorbehoud te maken voor het verkrijgen van toestemming van de fusie. Het kan echter niet zo zijn dat woningcorporaties die willen fuseren in hun communicatie de fusie als een voldongen feit presenteren, zoals is gebeurd in de twee wervingsadvertenties. Ik zal Com.wonen en PWS hier op aanspreken.
Ik zal, zoals te doen gebruikelijk, de direct betrokken gemeenten, huurdersorganisaties en de fusiepartner PWS een afschrift sturen van mijn besluit. De fusietoets, zoals vastgelegd in het Besluit Beheer Sociale-Huursector en de circulaire MG 2002-18, waarborgt dat het woningcorporaties alleen wordt toegestaan te fuseren als er een volkshuisvestelijke meerwaarde bestaat en de fusie kan rekenen op voldoende lokaal draagvlak. Deze toets zal ook worden uitgevoerd als beide woningcorporaties hun fusieverzoek bij mij hebben ingediend, hetgeen nog niet het geval is. De fusietoets is dus onverminderd van betekenis.
Aangezien het fusieverzoek van beide woningcorporaties nog niet is ingediend heb ik nog geen beeld van de overhead van de beide woningcorporaties en de beoogde fusiecorporatie en de noodzaak van het werven van drie nieuwe directeuren. Daarnaast is het zo dat bij de beoordeling van de fusie geen specifiek oordeel gegeven wordt over de overhead; deze wordt betrokken bij het toetsingscriterium «professionaliteit en doelmatigheid van de organisatie». Net als bij andere fusieverzoeken, zal bij het beoordelen van het fusieverzoek van Com.wonen en PWS gekeken worden naar de professionaliteit en doelmatigheid van de fusieorganisatie.
Ik deel uw stelling dat van mijn kant sprake zou zijn van ontwijkende antwoorden niet. Zoals in mijn eerdere antwoorden aangegeven is de fusie nog niet rond, er ligt zelfs geen fusieverzoek en moet ik nog een besluit nemen. Na indiening van het fusieverzoek, zal ik een besluit nemen op basis van de vigerende MG 2002-18.
Aan uw Kamer is eerder gemeld dat binnen dit bestaande toetsingskader voor zover als mogelijk uitvoering wordt gegeven aan de motie Depla c.s..