Ingediend | 6 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 15 december 2010 (na 9 dagen) |
Indiener | Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden economie transport werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z18555.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-809.html |
Ja.
Voor al het (internationale) vrachtvervoer met maximummassa boven de 3,5 ton en al het niet-geregelde busvervoer over afstanden boven de 50 km gelden Europese normen voor arbeidsomstandigheden, verkeersveiligheid, veiligheid van de bestuurder en harmonisatie omwille van de gelijke concurrentie. Het uitgangs-punt in de Europese rijtijdenverordening voor het genieten van pauzes is de ononderbroken rijtijd. De chauffeur moet na 4,5 uur rijtijd een onderbreking nemen van 45 minuten aaneengesloten. Deze mag worden vervangen door een onderbreking van 15 minuten gevolgd door één onderbreking van 30 minuten (totaal minimaal 45 minuten). Deze bepaling is één van de maatregelen in een samenhangend pakket dat voldoende rust garandeert voor de chauffeur.
De Europese rijtijdenverordening is niet van toepassing op buschauffeurs in steden die volgens een dienstregeling rijden. Daarom geldt in het openbaar busvervoer voor het genieten van pauzes het pauzeartikel van de Arbeidstijdenwet (ATW). Derhalve dient de buschauffeur na meer dan 5,5 uur arbeid (er staat abusievelijk in uw vraag «aaneengesloten rijden») een pauze te nemen van minimaal 30 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk tenminste 15 minuten. Hierbij is «arbeidstijd» niet altijd gelijk aan «rijtijd». Er vallen ook andere werkzaamheden onder, zoals toezicht houden op het in- en uitstappen van passagiers, het schoonmaken en technisch onderhoud, en administratieve werkzaamheden.
De reden dat het stads- en streekvervoer is uitgesloten van de Europese pauzeregeling is dat deze iets minder flexibel is voor inpassing in een dienstregeling. In het stads- en streekvervoer geldt een CAO met bepalingen over de duur van arbeidstijd en pauzes. De verantwoordelijkheidsverdeling is hierbij duidelijk. Het rijk is verantwoordelijk voor de kaderstellende wetgeving en de controle hierop, terwijl de sociale partners rekening kunnen houden met dit kader dat bij het opstellen van de dienstroosters voor het rijden van een dienstregeling het uitgangspunt vormt.