Ingediend | 15 november 2010 |
---|---|
Beantwoord | 8 december 2010 (na 23 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z16727.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-729.html |
Ja
Het aantal personen dat in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staat ingeschreven zonder een (volledige) geboortedatum is ongeveer 77 000. Deze personen zullen doorgaans ook geen (volledige) geboortedatum in hun paspoort hebben.
Het is mij bekend dat het niet hebben van een (volledige) geboortedatum problemen kan opleveren.
De gegevens in de GBA worden ontleend aan brondocumenten. Wanneer een persoon op een later moment een (nieuw) document overlegt, zal de ambtenaar burgerzaken nagaan of aan dat document een (nieuwe) geboortedatum kan worden ontleend. Gezien het belang van een correcte geboortedatum, zowel ter identificatie van de betrokken persoon als in verband met de rechten en plichten die in uiteenlopende wetten aan een leeftijdsgrens kunnen zijn verbonden, wordt niet lichtvaardig overgegaan tot het vermelden van een geboortedatum. Dit geldt in nog versterkte mate voor het wijzigen van een geboortedatum, zeker als betrokkene al geruime tijd met een andere geboortedatum in de administratie is opgenomen en andere overheidsdiensten hun besluiten daarop hebben gebaseerd. Een ambtenaar burgerzaken zal derhalve nauwkeurig nagaan of het aangeboden document betrouwbaar is en een zodanige bewijskracht heeft dat het als een brondocument in de zin van de Wet GBA kan worden geaccepteerd.
Waarom in dit specifieke geval het uittreksel uit het familieregister onvoldoende is geacht, is mij niet bekend. De verantwoordelijkheid voor de beoordeling van het document ligt bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken persoon als ingezetene in de GBA is ingeschreven. Tegen een besluit van het college om een gegeven niet op te nemen in de GBA kan door de betrokken burger bezwaar c.q. beroep worden aangetekend op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Hier is kennelijk sprake van een misverstand. In het paspoort van betrokkene is in de rubriek geboortedatum XX-XX-1992 vermeld. Dat is gebeurd in overeenstemming met het voorschrift in artikel 23, zesde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001. Daarin wordt bepaald dat bij de geboortedatum van de houder van een reisdocument kan worden afgezien van de vermelding van de dag en de maand, voor zover deze niet bekend zijn. De reden dat er in de regelgeving voor is gekozen om in een reisdocument in ieder geval een geboortejaar te vermelden, is het bieden van een waarborg dat de houder geen problemen ondervindt bij grensoverschrijding, waarvoor het reisdocument in eerste instantie immers is bedoeld.
Ook in de GBA is het mogelijk om de dag en de maand weg te laten, indien deze niet bekend zijn. Bij de rubriek geboortedatum wordt dan alleen het geboortejaar vermeld en voor het overige worden nullen ingevuld. De ambtenaar die belast is met de uitvoering van de Wet GBA mag echter geen fictieve geboortedatum, inclusief dag en maand, bepalen indien de daarvoor noodzakelijke gegevens niet aan een brondocument kunnen worden ontleend.
Zoals blijkt uit de antwoorden op eerdere kamervragen van het lid Heijnen2 zou een mogelijke oplossing van het probleem (dat zich feitelijk alleen bij vreemdelingen voordoet) kunnen worden gevonden door, zolang er geen andere brondocumenten voorhanden zijn, bij de registratie van de geboortedatum in de GBA uit te gaan van de (fictieve) geboortedatum die is gehanteerd in het kader van de beslissing om de betrokken vreemdeling tot Nederland toe te laten. De hieraan verbonden uitvoeringsconsequenties, zowel bij de gemeenten als bij de IND, worden nog nader onderzocht.