Ingediend | 19 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 9 maart 2011 (na 141 dagen) |
Indiener | Ad Koppejan (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14987.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1721.html |
Voor de beantwoording van de vragen 1 t/m 5 verwijs ik naar mijn brief van 14 januari 2011 ter beantwoording van het Commissieverzoek van 12 januari jl. (2011Z00303) en mijn brief met kenmerk DRZW/2010–3067 ter beantwoording van de vragen van de leden Koopmans en Koppejan (2010Z11444).
Zie vraag 1.
Zie vraag 1.
Zie vraag 1.
Zie antwoord vraag 4.
Ik ben van mening dat de provincie zich maximaal moet inzetten om de projecten op basis van vrijwilligheid te realiseren en onteigening tot een minimum te beperken. Daarbij moet allereerst gekeken worden of realisatie primair via agrarisch en particulier natuurbeheer kan worden gerealiseerd. Naar mijn mening behoeft onteigening dan nauwelijks meer aan de orde te zijn, alleen nog in geval van een laatste afrondende aankoop.
Voor de beantwoording van de vragen 7 t/m 9 verwijs ik naar mijn brief van 14 januari 2011 ter beantwoording van het Commissieverzoek van 12 januari jl. (2011Z00303) en mijn brief met kenmerk DRZW/2010-3067 ter beantwoording van de vragen van de leden Koopmans en Koppejan (2010Z11444).
Zie vraag 7.
Ja.