Ingediend | 16 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 14 oktober 2010 (na 28 dagen) |
Indieners | Sietse Fritsma (PVV), Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z12982.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-240.html |
Ja.
De in het artikel genoemde cijfers zijn gebaseerd op het rapport «Inzicht in cijfers. Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009» van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG). In 2007 zijn bij dit centrum 493, in 2008 553 en in 2009 445 zaken uit heel Nederland onder de aandacht gebracht, waarbij de politie rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat een eermotief een rol speelt bij deze zaken. In het rapport wordt gesproken over «mogelijke eerzaken», omdat bij binnenkomst van deze zaken niet meteen op voorhand duidelijk is dat het hier daadwerkelijk om (dreigend) geweld gaat, waarbij het motief in geschonden eergevoel gezocht dient te worden. Bij de behandeling van de zaken is daar echter wel rekening mee gehouden. In 2009 werd bij het LEC EGG melding gemaakt van 13 dodelijke slachtoffers. Het is niet duidelijk in hoeverre in al deze zaken een geschonden eergevoel daadwerkelijk het motief was voor dodelijke escalatie.
De conclusie dat eergerelateerd geweld voornamelijk voorkomt bij immigranten uit islamitische landen wordt niet gerechtvaardigd door het rapport van het LEC EGG. Het rapport geeft inzicht in de zaken die bij de politie bekend zijn waarbij het eermotief een mogelijke rol heeft gespeeld. Er is echter sprake van een «dark number» omdat niet alle zaken bekend worden bij de politie. Daarom kunnen op basis van de cijfers die zijn weergegeven in dit rapport geen uitspraken gedaan worden over het fenomeen eergerelateerd geweld in zijn totale omvang, of over het aandeel immigranten met een islamitische achtergrond dat te maken krijgt met eergerelateerd geweld.
Uit het derde deel van het rapport van het LEC EGG, «Mogelijke eerzaken nader bekeken, een onderzoek naar casuïstiek uit 2006», alsmede uit eerder onderzoek naar het fenomeen eergerelateerd geweld2, blijkt dat eercodes cultureel zijn ingegeven en niet religieus. Er bestaat een verband tussen traditionele familieculturen en het voorkomen van eergerelateerd geweld. Dergelijke familieculturen bestaan in vele landen in de wereld, ongeacht de aldaar overheersende religie.
Neen. In beginsel vormt het eermotief noch een strafverzwarende omstandigheid, noch een schulduitsluitings- of rechtvaardigingsgrond. De rechter houdt in elke individuele strafzaak rekening met de omstandigheden van het betreffende geval en de persoon van de dader. Bij een veroordeling zal de rechter, binnen de voor het desbetreffende delict geldende maximumstraf, een gepaste straf opleggen.